Het armoedebeleid van de gemeente Utrecht is ruimhartig en helpt inwoners met rondkomen en meedoen, aldus de Rekenkamer Utrecht. Maar er is onvoldoende geld om alle Utrechters in financiële problemen te helpen. Zeker nu door de stijgende energieprijzen en inflatie steeds meer mensen in problemen komen. Het lukt de gemeente en samenwerkingspartners niet om de armoedeproblemen structureel op te lossen en zij ervaren hun inzet daarom steeds meer als pleisters plakken. De Rekenkamer Utrecht concludeert op basis van onderzoek dat de Utrechtse armoedeaanpak voor verbetering vatbaar is.
De rekenkamer haalde voor haar onderzoek ‘ Pleisters plakken ’ dit voorjaar ervaringen op bij inwoners die moeite hebben met rondkomen en meedoen. Daarnaast ging de rekenkamer in gesprek met organisaties als de voedselbank en met medewerkers van de gemeente Utrecht.
Armoedeprobleem wordt groter
Op dit moment komen voornamelijk Utrechters met een inkomen onder of gelijk aan 125% van het wettelijk sociaal minimum (WSM) in aanmerking voor financiële ondersteuning van de gemeente.
Vanwege koopkrachtverlies door de inflatie en de stijgende energieprijzen wordt het voor hen steeds moeilijker om rond te komen. De inflatie zorgt er bovendien voor dat de gemeentelijke financiële ondersteuning (waarvan het bedrag gelijk blijft) minder effectief wordt. De ondersteuning is voor deze groep dan ook onvoldoende om volledig rond te komen en mee te doen aan de samenleving. Maar ook huishoudens met een inkomen daarboven komen vaker in de (financiële) problemen. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat niet alle Utrechters die recht hebben op ondersteuning daar ook gebruik van maken. Een deel van de doelgroep weet niet dat ze recht hebben op hulp van de gemeente of begrijpt niet hoe ze ondersteuning kunnen aanvragen. De rekenkamer beveelt daarom aan om het bereik van de armoederegelingen te vergroten, onder andere door de bekendheid te vergroten en de aanvraagprocessen te versimpelen.
Interne samenwerking
Armoede werkt door op andere levensterreinen, zoals gezondheid, onderwijs en werk. Om armoede te bestrijden is het daarom belangrijk dat verschillende afdelingen binnen de gemeente samenwerken in de aanpak van armoede. Maar de interne samenwerking is het afgelopen jaar juist verminderd. Nu de gemeente werkt aan het opstellen van nieuw armoedebeleid, beveelt de rekenkamer aan om er voor te zorgen dat de gemeentelijke organisatieonderdelen weer structureel gaan samenwerken.
Onvoldoende geld beschikbaar
De gemeente Utrecht is de afgelopen jaren steeds meer geld gaan uitgeven aan armoedebestrijding. Waar het in 2015 nog ging om € 20 miljoen is dat in 2022 toegenomen naar € 32 miljoen. Toch heeft de gemeente nog altijd onvoldoende budget om alle Utrechters in financiële problemen te helpen. De rekenkamer beveelt daarom aan om met scenario’s de mogelijke ontwikkeling van de armoedeproblematiek in beeld te brengen en op basis daarvan financieel houdbare beleidsopties te formuleren. De gemeenteraad kan aan de hand daarvan kiezen welke huishoudens hij in de toekomst ondersteuning wil blijven bieden en welke huishoudens niet of minder. Er zijn ook scherpere keuzes nodig in de toewijzing van subsidies aan samenwerkingspartners van de gemeente die zich ook inzetten voor armoedebestrijding. Het is op dit moment niet altijd duidelijk welke partijen subsidie ontvangen en hoe deze organisaties bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke doelen.