UTRECHT - Officier heeft een onvoorwaardelijke celstraf van 30 maanden tegen een Poolse man geëist omdat deze niet heeft meegewerkt aan het onderzoek in het Pieter Baancentrum.
De 37-jarige verdachte wordt verdacht van de drie brandstichtingen in de nacht van 12 november 2014 in Den Dolder. Kort na middernacht werd een aantal kliko’s in brand gestoken bij de apotheek aan de Doldersweg. Hierdoor ontstond er niet alleen gevaar voor het winkelpand maar ook voor de zes personen in de bovengelegen woning. Later die nacht werd kort na elkaar weer twee maal brand gesticht, een maal in een tuinhuisje op de Paduaweg en de andere keer bij een overkapping van een schutting aan de Hezer Enghweg. In alle gevallen werden de branden tijdig ontdekt. Niemand raakte gewond, maar de schade en de onrust in Den Dolder waren groot.
Aanleiding
De verdachte meldt zich daarna zelf bij de politie en bekent de feiten. Volgens de advocaat had hij de eerste brand alleen gezien waardoor hij op het idee van brandstichting kwam. De reden dat de man de branden had gesticht was dat hij weer opgenomen wilde worden. "Het was een schreeuw om hulp", aldus de advocaat. De man is verslaafd, en toen hij na een periode van detentie en behandeling in een kliniek op 10 november 2014 weer op vrije voeten kwam, wist hij niet hoe hij zich moest redden zonder geld, onderdak, familie of vrienden. Omdat hij totaal geen medewerking wilde verlenen aan het onderzoek in het Pieter baan Centrum – uit angst voor tbs – hebben de deskundigen geen conclusies kunnen trekken. Er is zodoende geen advies over de mate van toerekeningsvatbaarheid of over de noodzaak van behandeling. De advocaat vond de eerste brandstichting niet bewezen en een veel kortere celstraf op zijn plaats. Zij vroeg de rechtbank de man opnieuw op te laten nemen in een kliniek om behandeld te worden voor zijn verslavingsproblematiek.
Onvoorwaardelijk
De officier vond dat de verdachte in alle drie de zaken echter zo specifiek had verklaard dat hem de drie branden zijn aan te rekenen. De officier eiste daarom een onvoorwaardelijke celstraf voor de duur van 30 maanden met daarbij de opmerking dat aan het eind van straf gekeken kan worden of en zo ja welke behandeling dan nodig is.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.