De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond ingestemd met het aanwijzen van
gebieden die het meest kansrijk zijn om schone energie op te wekken met windmolens, zonnepanelen of aardwarmte. In deze gebieden gaat een externe partij of de gemeente zelf aan de slag om wind- en zonne-energie te kunnen produceren. Voor de twee gebieden die kansrijk zijn voor aardwarmte start de gemeente eerst met een vervolgonderzoek.
Voor zonne- en windenergie gaat het om vijf gebieden: de Dorpeldijk (zon), de geluidswal langs de A12 (zon), industrieterrein Lage Weide (wind), de Nedereindse Plas (zon) en Rijnenburg (zon). De twee gebieden voor aardwarmte liggen in Lage Weide en het Utrecht Science Park. De Raad heeft gisteren ook opdracht gegeven de mogelijkheden voor zonne-energie in Reijerscop en tijdelijke zonnevelden in Rijnenburg-Noord te onderzoeken. En dat schone energie-exploitanten ten minste een minimumbedrag van 0,25 eurocent per megawattuur moeten doneren aan een sociaal fonds om groepen met lage inkomens te helpen met verduurzaming.
Eigen energiebehoefte
Het vaststellen van de nota is een belangrijke stap om minder afhankelijk te worden van fossiele energie dat klimaatverandering veroorzaakt. De gemeente Utrecht wil haar verantwoordelijkheid pakken en zoveel mogelijk op een duurzame manier in haar eigen energiebehoefte voorzien. Daarvoor zijn zonnevelden, windmolens en aardwarmte hard nodig.
De kansrijke gebieden komen voort uit de Ruimtelijke Strategie Utrecht (2021). Daarin heeft de gemeenteraad al zoekgebieden voor opwekking van schone energie aangewezen. Op die locaties zijn de milieueffecten op de leefomgeving in beeld gebracht en is bewoners gevraagd welke thema’s zij belangrijk vinden om rekening mee te houden. De uitkomst heeft geleid tot de selectie van de meest kansrijke gebieden, ook focusgebieden genoemd. De locaties zijn beschreven in de beleidsnota 'Opwekgebieden voor schone energie in Utrecht', die in mei dit jaar ter inzage heeft gelegen. De antwoorden op de ingediende zienswijzen zijn opgenomen in de ‘nota van beantwoording’
Rekening houden met omgeving
Het aanwijzen van de kansrijke gebieden, betekent niet dat er gelijk windmolens of zonneparken worden gebouwd. De gemeente gaat eerst samen met inwoners, ondernemers, en organisaties kijken hoe het opwekken van energie kan worden gecombineerd met andere voorzieningen en ontwikkelingen, zoals natuur of recreatie, en zo min mogelijk effect heeft op de omgeving. Als er uiteindelijk windmolens of een zonneveld komen, wil de gemeente dat omwonenden hiervan kunnen profiteren.
In de minder kansrijke gebieden zijn de negatieve effecten nog te groot en is het niet direct mogelijk schone energie op te wekken. Hier is bijvoorbeeld sprake van bescherming van natuur en cultuurhistorie, zoals de Utrechtse forten aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Of in die gebieden in een later stadium schone energie kan worden opgewekt, hangt af of de opwek alsnog binnen de bestaande waarden in te passen is.