Het aantal particuliere woningen dat in Utrecht langer dan een jaar leegstaat, is in de afgelopen jaren fors afgenomen. In 2023 ging het nog om 1976 woningen, in 2025 zijn dan 1565 woningen; een daling van ruim 20%. De daling is een gevolg van de leegstandsverordening die de gemeente in oktober 2023 invoerde, met als doel om de bestaande woningen in de de stad zo goed mogelijk te benutten.
Dennis de Vries, wethouder Wonen: “Ook in Utrecht hebben we te maken met een grote schaarste aan woningen. Het is niet uit te leggen dat er woningen leegstaan. Wat mij betreft is iedere leegstaande woning er één te veel. Ik ben dan ook blij met onze leegstandsverordening, die zichtbaar effect heeft. We zien minder leegstand dan voorheen, en áls panden langdurig leeg blijven staan, hebben we als gemeente handvatten om hier wat aan te doen. Uiteindelijk kunnen we zelfs een leegstandsbeschikking opleggen, wat betekent dat een woning binnen bepaalde tijd weer bewoond móet zijn.”
Leegstandsverordening
De leegstandsverordening verplicht particuliere eigenaren om een melding te maken als een woning langer dan zes maanden leeg staat. Als er een melding binnenkomt, gaat de gemeente met de eigenaar in gesprek om de woning zo snel mogelijk weer in gebruik te nemen. Als dit na twaalf maanden niet lukt, kan de gemeente zelf een gebruiker voordragen. Wie geen melding doet van leegstand, riskeert een boete.
De daling in de eerste maanden na de invoering in oktober 2023, laat zien dat de verordening ook preventief werkt; veel eigenaren melden leegstand om te voorkomen dat de gemeente handhavend optreedt. Om woningeigenaren te attenderen op de nieuwe verordening, stuurde de gemeente Utrecht in het eerste kwartaal van 2024 bijna 3000 brieven naar eigenaren van woningen die langer dan zes maanden administratief leegstaan. Inmiddels blijkt dat ruim 1300 van die woningen niet meer leegstaan. In veel gevallen ging het om administratieve leegstand, wat betekent dat een woning op papier – volgens de gemeentelijke administratie – leegstaat, maar in werkelijkheid bewoond wordt.
Ruim 500 huiseigenaren maakten sinds de invoering van de verordening een melding van leegstand. De redenen dat woningen (administratief) leegstaan lopen uiteen: van tweede woningen (die wél moeten worden gemeld) tot langlopende scheidingen, van onenigheid over erfenissen tot van verbouwingen. Bij ongeveer de helft van de meldingen ging het om een tweede woning; de gemeente kijkt of er aanvullende maatregelen kunnen worden getroffen om het aantal tweede woningen – die vaak grotendeels leeg staan – te beperken.
Naar aanleiding van de meldingen, voerde de gemeente ruim honderd gesprekken met woningeigenaren, waarin afspraken zijn gemaakt over het oplossen van de leegstand binnen een afgesproken termijn. Als de woningeigenaar niet meewerkt of als het gesprek niet leidt tot een oplossing voor de leegstand, dan kan de gemeente een leegstandbeschikking opleggen. Hierin staat dat de woning binnen een bepaalde tijd weer bewoond moet zijn. In 2025 is de eerste beschikking opgelegd. Bij woningeigenaren die niet op de brief hebben gereageerd, gaat de gemeente controleren.
Corporatiewoningen
De leegstandsverordening geldt niet voor bedrijfspanden of corporatieswoningen. Met corporaties zijn aparte afspraken gemaakt over leegstand. Als corporatiewoningen leegstaan is dat vaak omdat ze onderdeel zijn van een sloop-/nieuwbouwproject, of omdat het om ‘leenwoningen’ gaat waar bewoners tijdelijk onderdak vinden als hun woning worden gerestaureerd of gesloopt.
Meer informatie over de leegstandsverordening is te vinden in de brief die het college vandaag naar de gemeenteraad stuurde.