College hecht veel waarde aan behoud van roeien op Merwedekanaal

Het Utrechts college hecht veel waarde aan het behoud van het roeien op het Merwedekanaal tussen de Muntsluis en de Noordersluis. Het college wil voorkomen dat het Merwedekanaal sluipenderwijs ongeschikt wordt als trainingswater voor het roeien.

Er wordt al 125 jaar geroeid op het Merwedekanaal. Het college voorziet echter dat het kanaal in de nabije toekomst intensiever gebruikt zal worden als gevolg van de stedelijke ontwikkelingen in de Merwedekanaalzone en de 2e fase Stationsgebied. De deelgebieden 4, 5 en 6 van de Merwedekanaalzone, tussen de Dr. M.A. Tellegenlaan en de Rijksweg 12, zullen de komende jaren getransformeerd worden naar een duurzaam stedelijke gebied dat plaats zal bieden aan tussen 6.000 en 10.000 nieuwe woningen.

Voor het kanaal wordt gestudeerd op meerdere nieuwe bruggen, tussen 3 en 5 bruggen, voor langzaam verkeer. Deze zogeheten langzaam verkeersbruggen zijn noodzakelijk om de stadsdelen aan weerszijden van het kanaal op elkaar aan te sluiten.

Na 2022 zal het gebruik op het water toenemen wanneer een nieuwe waterverbinding tot stand zal worden gebracht op het Lombokplein tussen de nieuwe Catharijnesingel, Leidsche Rijn en het Merwedekanaal. Vooral het water tussen de Muntbrug en de Muntsluis zal naar verwachting steeds drukker worden waardoor het minder geschikt wordt om te roeien.

Om ervoor te zorgen dat de Merwedekanaalzone gebruikt kan blijven worden als roeiwater heeft het college de volgende besluiten genomen. Uitgangspunt bij de Merwedekanaalzone is dat de kanaalzone openbaar toegankelijk blijft voor bestaande en nieuwe activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Het past daarbij niet om het Merwedekanaal aan te wijzen als exclusief domein voor de roeiers.

Het Merwedekanaal is het drukst, smalst en kortste roeiwater in vergelijking met andere roeisteden. Volgens de Koninklijke Nederlandse Roeiband (KNRB) worden de normen voor roeiwater op het Merwedekanaal reeds in de huidige situatie nauwelijks gehaald. Echter het Merwedekanaal is voor zover nu te overzien nog in de komende jaren het enige beschikbare trainingswater in de gemeente Utrecht. Het college wil voorkomen dat het Merwedekanaal sluipenderwijs ongeschikt wordt als trainingswater voor het roeien. Bij de toekomstige plannen voor nieuwe bruggen, eventuele havens, aanlegsteigers en de herinrichting van de oevers zullen de voorwaarden voor het roeien expliciet betrokken worden.

Wanneer het aantal gebruikers op het kanaal zodanig toeneemt dat daardoor de veiligheid van onder meer de roeiers en andere watergebruikers in het gedrang komt, dan is uitwijken naar ander water een optie. Maar dit zal niet gelden voor de roeiverenigingen. Er is namelijke binnen de gemeentegrenzen geen ander water beschikbaar van vergelijkbare lengte.

Wel is de verwachting dat na de doortrekking van de Leidsche Rijn het gedeelte tussen de Muntsluis en de Muntbrug in het vaarseizoen zo druk bevaren wordt dat dit incidenteel niet gecombineerd kan worden met het roeien. Hierover kunnen onderling afspraken gemaakt worden, zoals nu ook al gebeurt met betrekking tot het water tussen de Muntbrug en de Muntsluis.

Tot slot is het college bezig met een onderzoek naar de haalbaarheid van een roeibaan in de polder Rijnenburg. Deze roeibaan zou dan een aanvulling moeten vormen voor het roeien op het Merwedekanaal en daarmee de druk op het gebruik van het water kunnen verlichten.