Om te
zorgen dat de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit
Utrecht toekomstbestendig wordt, heeft het bestuur van de faculteit
besloten om zes opleidingen, die minder dan 25 nieuwe studenten per
jaar krijgen en al jaren niet rendabel te maken zijn, te sluiten. Het
gaat om de opleidingen Duits, Frans, Islam en Arabisch, Italiaans,
Keltisch en Religiewetenschappen. Dat betekent dat de instroom van
nieuwe studenten voor deze bacheloropleidingen stopt per 1 september
2026.
Kennis
en expertise komt in andere opleidingen terug
Er wordt
echter volgens de universiteit niet alleen gesneden. Om te zorgen dat
de inhoud en expertise van deze opleidingen niet verloren gaat, wordt
er gelijktijdig gebouwd aan een nieuwe opzet voor het
bacheloronderwijs binnen Geesteswetenschappen. Zo wordt kennis uit
deze vakgebieden toegankelijk gemaakt voor een grotere groep
studenten en blijft onderzoek en expertise voor de samenleving
beschikbaar.
Financiële
tekorten bij de faculteit
De
financiële situatie van de Faculteit Geesteswetenschappen is al
jaren instabiel. Decaan Thomas Vaessens licht dat toe: “Dat komt
omdat wij een opleidingenpalet in de lucht houden dat in de loop van
de tijd onbetaalbaar geworden is.” Met de aangekondigde
bezuinigingen door het kabinet zijn daar aanzienlijke problemen
bijgekomen.
Het
tekort van de faculteit loopt op van zo’n 7 miljoen euro in 2025
tot 13 miljoen euro in 2027. “Gevolg is dat we flink moeten snijden
in onze uitgaven. Om in 2030 geen tekorten meer te hebben, moeten we
10% bezuinigen. Dat is een grote opgave, waar meer voor nodig is dan
alleen het sluiten van niet rendabele opleidingen. Dat kan niet met
relatief kleine maatregelen en lapwerk, er is een transitie nodig.”
aldus Vaessens. Op dit moment is er geen sprake van gedwongen
ontslagen, maar het bestuur kan een reorganisatie op termijn niet
uitsluiten.
Transitieplan
moet het tij helpen keren
Het
bezuinigen gaat niet met de botte bijl, maar doordacht, aldus het
bestuur van de faculteit. “Dat veranderen en ingrijpen doen we niet
uit de losse pols, maar op basis van een transitieplan dat een groter
doel dient dan simpelweg bezuinigen. Om dit transitieplan uit te
voeren hebben we steun en tijd gekregen van het bestuur van de
Universiteit.”
Vaessens
vervolgt: “De focus ligt de komende jaren op samenwerken over de
disciplinaire grenzen heen, rondom thema’s die ons aangaan en
waarvan we niet mogen laten gebeuren dat ze eenzijdig technologisch,
economisch of politiek worden benaderd. Daar heeft de samenleving ons
voor nodig.”