Het Openbaar Ministerie (OM) eist twintig maanden gevangenisstraf tegen een 51-jarige vrouw verdacht van zorgfraude. Ze was directrice van een huisartsenpraktijk in Utrecht. De vrouw zou geld hebben verdiend door niet-kloppende declaraties bij zorgverzekeraars in te dienen en te laten uitbetalen. Ook zou zij zich voor hebben gedaan als huisarts, terwijl zij geen medische bevoegdheid had. “De verdachte ondermijnde het zorgstelsel en gebruikte het als crimineel verdienmodel”, aldus de officier van justitie.
Het onderzoek naar de verdachte start in 2019, nadat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) aangifte tegen de verdachte doet. Ze is op dat moment directrice van een huisartsenpraktijk in Utrecht. De verdenking ontstaat nadat er declaraties bij zorgverzekeraars worden ingediend die niet kloppen, maar wel zijn uitbetaald. Ook ontstaat het vermoeden dat de directrice zich langere tijd voordoet als huisarts. Zo zou zij, zonder diploma en BIG-registratie, zelf consulten met patiënten uitvoeren, medisch advies geven en recepten uitschrijven.
Getuigenverhoor
Uit het onderzoek van de IGJ blijkt dat de verdachte in ieder geval in mei 2018 onbevoegd zorg heeft verleend. Ook in 2017 en 2018 zijn meldingen gedaan van dergelijke misstanden. De patiënten en medewerkers van de huisartsenpraktijk die door de politie worden gehoord bevestigen dat de verdachte zich presenteerde als huisarts. Opvallend is dat ook de partner van de verdachte aangeeft ervan overtuigd te zijn geweest dat zijn partner geneeskunde had gestudeerd. Naast het getuigenverhoor komen in het politieonderzoek het e-mailverkeer over waarnemingen in de huisartsenpraktijk en de verstuurde declaraties in en vanuit het huisartseninformatiesysteem aan de zorgverzekeraars aan bod. Ook hieruit blijkt, wat het OM betreft, dat de verdenkingen kloppen.
Opnieuw de fout in
Nadat de huisartsenpraktijk failliet gaat gaan de misstanden door. Dit keer met behulp van een thuiszorgorganisatie die de verdachte kort na het faillissement opricht. Vermoedelijk om frauduleuze declaraties niet of later te laten detecteren. Uit onderzoek blijkt daarnaast dat de verdachte indicatiestellingen aanlevert bij zorgverzekeraars en kosten declareert terwijl er geen of minder thuiszorg is verleend. Vervolgens gaat de verdachte voor de derde keer de fout in. Ze richt wederom een thuiszorgorganisatie op, waar ze haar misstanden voortzet.
Schaamteloos
Over de ernst van de feiten is de officier duidelijk. “De verdachte heeft zich schaamteloos verrijkt met aan de organisatie uitgekeerd verzekerd zorggeld, terwijl dit geld was bedoeld voor de burgers in de samenleving”, stelt hij. “Bij het presenteren van zichzelf als huisarts, bij zowel patiënten als medewerkers van de huisartsenpraktijk, had zij geen oog voor de onaanvaardbare risico’s die dergelijk gedrag met zich brengt”, aldus de officier. Bij het stellen van de strafeis weegt de officier de ernst van de feiten, de veelheid daarvan, de periode waarover de feiten hebben plaatsgevonden en de houding van verdachte, die geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor haar daden, mee.
Alles meewegend eist het OM een gevangenisstraf van 20 maanden. Wat het OM betreft wordt de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, 47 dagen, daarvan afgetrokken. Ook krijgt de verdachte, als het aan het OM ligt, een geldboete van €25.000,- en een beroepsverbod van 60 maanden. Het verbod moet voorkomen dat de verdachte na haar gevangenisstraf opnieuw aan de slag gaat in de zorgbranche.
De rechtbank doet op 27 maart uitspraak.