Een 19-jarige jongen uit De Meern is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor poging tot doodslag op zijn moeder. Zij raakte zwaargewond nadat haar zoon meerdere malen met een mes op haar instak. De jongen, die tijdens het steekincident minderjarig was, wordt veroordeeld tot een jaar jeugddetentie. Daarvan zijn 201 dagen voorwaardelijk; de andere 164 dagen heeft hij al in voorarrest uitgezeten. Ook krijgt hij bijzondere voorwaarden opgelegd, zoals een contactverbod.
Volgens de jongen vindt op 24 juni 2022 bij hem thuis in De Meern een incident plaats. Zijn moeder loopt hem met een mes tegemoet terwijl ze boos zijn naam schreeuwt. De jongen pakt ook een mes en er ontstaat een gevecht, waarbij hij op zijn moeder insteekt. De moeder raakt zwaargewond, terwijl ook de zoon verwondingen oploopt. De jongen belt de hulpdiensten, die snel arriveren en de moeder naar het ziekenhuis brengen.
Geen noodweer
De rechtbank vindt dit door de jongen geschetste scenario aannemelijk en spreekt, in tegenstelling tot de visie van de officier van justitie, van een noodweersituatie waarin de jongen zich mocht verdedigen. Zo verklaarde hij direct aan de telefoon met 112 dat zijn moeder hem probeerde te steken en dat er een gevecht met messen heeft plaatsgevonden. Dat vertelde hij ook op consequente wijze direct na zijn aanhouding en tijdens latere verhoren bij de politie. Ook zijn er twee bebloede messen gevonden in de woning. Het letsel dat bij de jongen is vastgesteld, lijkt volgens een deskundige door een mes te zijn veroorzaakt. Daarnaast blijkt uit het dossier dat de jongen eerder tegenover getuigen en de familierechter verklaarde over een eerder incident waarbij zijn moeder hem bedreigde met een mes. Hieruit concludeert de rechtbank dat de jongen zich mocht verdedigen tegen zijn moeder. De rechtbank is echter ook van oordeel dat de jongen te ver is gegaan in die verdediging. Tijdens het gevecht heeft de zoon op enig moment de pols van zijn moeder vastgepakt, waardoor het mes op de grond viel. Uit onderzoek blijkt dat de jongen doorging met het steken nadat zijn moeder het mes losliet. Op dat moment was het niet noodzakelijk voor hem om zich te verdedigen door op zijn moeder in te blijven steken. Hij heeft daarmee de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden en is te lang en heftig doorgegaan. Daarom is er volgens de rechtbank geen sprake van noodweer. Hoewel het voorstelbaar is dat de jongen bang en boos was tijdens het gevecht, is niet duidelijk geworden of hij handelde uit blinde paniek waardoor hij zijn moeder zo intensief bleef steken met een mes. Bovendien was hij voldoende in staat om zelf de hulpdiensten te bellen. Daarom wordt ook het beroep op noodweerexces verworpen.
Poging tot doodslag
De officier van justitie vindt het niet aannemelijk dat de moeder haar zoon met een mes aanviel en eiste 18 maanden jeugddetentie waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hoewel de jongen zich niet kan beroepen op noodweer of noodweerexces, weegt de rechtbank in het vonnis wel mee dat de steekpartij ontstond in een voor hem beangstigende situatie die hij niet heeft gewild. Ook weegt de rechtbank mee dat hij levensreddend heeft gehandeld door meteen na de steekpartij 112 te bellen. De jongen wordt veroordeeld tot een jaar jeugddetentie wegens poging tot doodslag. Daarvan zijn 201 dagen voorwaardelijk; de andere 164 dagen heeft hij al in voorarrest uitgezeten. Dat betekent dat hij niet terug naar de gevangenis hoeft. Ook worden bijzondere voorwaarden aan de jongen opgelegd waaronder een gebiedsverbod, een contactverbod met zijn moeder en een meldplicht bij de jeugdreclassering.