'Er ligt in het Centraal Museum een rijke collectie klaar waar ik graag op voortbouw.'

03 okt , 12:35 Kunst & Cultuur
catrien schreuder

Catrien Schreuder is per 1 september 2024 aangetreden als conservator Moderne kunst bij het Centraal Museum. Hiervoor was ze hoofd Kunst en Geschiedenis van het Stedelijk Museum Schiedam. 'Ik weet zeker dat zich in de collectie van het Centraal Museum nog allerlei schatten bevinden waar we nog geen weet van hebben.'

Haar nieuwe functie is een droombaan, vertelt ze. 'Het is een hele mooie plek, een geweldig museum, in mijn eigen woonstad. En het museum heeft een enorm mooie collectie, zeker op het gebied waar ik me mee bezig ga houden, de moderne kunst vanaf de laat 19de eeuw tot de jaren zeventig. Daarbij bouw ik voort op het werk van mijn voorgangers, onder wie Marja Bosma. Die heeft fantastische dingen gedaan. Ze is expert van het werk van Charley Toorop en heeft tentoonstellingen gemaakt over de vroeg-abstracte kunst. Er zijn veel hele mooie tentoonstellingen geweest waarbij veel onderzoek is gedaan. Kortom, er ligt een rijke collectie klaar waar ik graag op voortbouw.'

Ook interessant aan haar nieuwe functie bij het Centraal Museum vindt Schreuder dat het de mogelijkheid biedt om dwarsverbanden te leggen. 'Het Centraal Museum heeft een hele brede collectie. Daardoor kun je kruisverbanden leggen tussen moderne kunst en bijvoorbeeld schilderijen uit de 16e en 17e eeuw, mode, hedendaagse kunst of de stadsgeschiedenis. Dat vind ik super inspirerend, die kruisbestuiving tussen al die verschillende disciplines.'

Voordat ze hoofd Kunst en Geschiedenis van het Stedelijk Museum Schiedam was, is Schreuder hoofd Educatie en publieksbegeleiding geweest bij het Museum Boijmans Van Beuningen. Schreuder heeft, van 1997 tot 2004, kunstgeschiedenis gestudeerd in Utrecht. 'Ik ben afgestudeerd op de moderne kunst in de jaren zestig, de happenings en Fluxus. Later heb ik me, als freelancer, ook nog beziggehouden met de performance kunst. Ik vond de jaren zestig fascinerend, de opkomst van de jongerencultuur, de vermenging van de populaire cultuur en de kunst.' 

Als een van haar 'helden' noemt Schreurder de Japanse kunstenares Yayoi Kusama. 'Ik heb vorig jaar in Schiedam nog een grote tentoonstelling over haar gemaakt. Ze was al bekend in jaren zestig en verkeerde in de kringen van Fluxus, Yoko Ono, Willem de Ridder en Wim T. Schippers. En als je je dan in die tijd verdiept dan stuit je op kunstenaars uit eerdere periodes zoals Marchel Duchamp en andere dadaïsten. Ik heb me bij die tentoonstelling niet gericht op haar bekende werk maar juist op haar werk dat ze gemaakt heeft in de vroege jaren zestig toen ze verschillende periodes in Nederland werkte.'

Het Centraal Museum vroeg in de vacature voor conservator Moderne kunst iemand met wetenschappelijke kunsthistorische expertise, vertelt Schreuder. 'Ten tweede werd, waar ik me goed in kan vinden, het belang benadrukt van de kruisbestuiving met andere onderdelen van de collectie. Ook vindt het museum het belangrijk dat je publieksgericht kunt en wilt werken en ligt er voor mij ook de taak om als conservator bij te dragen aan het educatieve werk van het museum. In Rotterdam heb ik kunnen ervaren hoeveel maatschappelijke impact musea kunnen maken met hun educatieve afdelingen. Dat heeft me echt geraakt.

In Schiedam heb ik heel bewust de samenwerking met jonge creatieven gezocht. Ik vind het belangrijk om niet alleen door de ogen van de expert naar kunst te kijken, maar er ook op andere manieren naar te kijken. Dat is ook nodig als je als museum een bredere en jonger publiek wilt aanspreken. Ik houd ook heel erg van samenwerken met mensen bij tentoonstellingen. Dan komt er altijd wat anders uit dan als je het allemaal achter je bureau aan het bedenken bent.

In Schiedam hebben we bijvoorbeeld een tentoonstelling gemaakt over armoede samen met mensen die zelf ervaring hebben met het leven met weinig geld. We wilden een tentoonstelling maken waarin de mensen over wie het gaat zich kunnen herkennen. En dat het ook het verhaal wordt dat zij zelf graag willen vertellen over armoede. Op die manier ontstaat er volgens mij ook meer verbondenheid tussen het publiek en het museum. We zijn per slot van rekening een publieke instelling dus moet je je best doen om de stad mede-eigenaar te laten zijn van het museum.'

Schreuder gaat zich nu allereerst verdiepen in de collectie van het Centraal Museum. 'Ik ken de collectie op hoofdlijnen redelijk goed, zoals de prachtige werken van Pyke Koch, Charley Toorop en vroege abstracte kunstenaars zoals Wichman en Janus de Winter. Maar ik weet zeker dat zich in de collectie nog allerlei schatten bevinden die al lang niet getoond zijn. En wat is er nu mooier dan dat je een nog relatief onbekende kunstenaar wakker kunt kussen of een bekende kunstenaar opeens met hele andere ogen kunt bekijken. En zo zijn er bijvoorbeeld vast ook nog vrouwelijke kunstenaars waar nog niet zoveel over bekend is en waarvan zich mogelijk nog werk in familiebezit bevindt. Daar ga ik me de komende tijd mee bezighouden.'