Tentoonstelling ‘De Bentvueghels’ in Centraal Museum

Foto: The Leiden Collection, New York

In het Centraal Museum is tot en met 4 juni 2023 de tentoonstelling ‘De Bentvueghels’ te zien, een berucht kunstgenootschap van Nederlandse schilders in Rome in de 17e eeuw.
‘In Rome gebeurde het allemaal’, aldus conservator van de tentoonstelling Liesbeth Helmus.

De collectie van het Centraal Museum is gespecialiseerd op de Utrechtse schilderkunst, vertelt Helmus. ‘Het voordeel is daarbij is dat je een duidelijke focus hebt en je eigen verhaal kunt vertellen. Zo vind je in onze collectie schilderijen, tekeningen en prenten van Scorel, van de caravaggisten en Italiaanse landschapschilders. Kenmerkend was dat deze schilders allemaal gericht waren op Rome. Dat heeft alles te maken met de geschiedenis van het bisdom Utrecht dat ook altijd sterke banden heeft gehad met Rome.’
Maar niet alleen kunstenaars uit Utrecht gingen in de 17e eeuw naar Rome, vertelt Helmus. ‘Ook schilders uit andere steden, zoals Haarlem, Hoorn en Amersfoort, gingen naar Rome om daar hun opleiding af te maken. Maar er was wel een belangrijke Utrechtse kern die voornamelijk bestond uit leerlingen van Abraham Bloemaert. En al die kunstenaars verenigde zich in een kunstgenootschap dat de Bentvueghels heette. De leden zagen zichzelf als een ‘bende vogels’, een groep vogels van diverse pluimage, het was eigenlijk een studentenvereniging. De broederschap biedt het raamwerk om drie generaties kunstenaars te onderzoeken. Ik vond dat een mooi verhaal, een verhaal over jonge noord- en zuid-Nederlandse schilders in Rome, verenigd in een genootschap met ontgroeningsriten en een verhaal dat tot nu toe nog nooit is verteld.’
De kunstenaars trokken naar Rome omdat Rome werd gezien als het centrum van de schilderkunst. Helmus: ‘In Rome gebeurde het allemaal. Het was ook het centrum van de Rooms-Katholiek kerk die veel opdrachten gaf aan kunstenaars. Er werd ongelooflijk veel geld gespendeerd aan kunst. Maar die markt was ook aan het veranderen. Eerst had je nog Carravagio met zijn grote religieuze altaarstukken en historische werken. Maar daarna zie je ook kleine schilderijen met met alledaagse taferelen, het Romeinse volksleven en landschappen.’
Veel werk op de tentoonstelling is geschilderd nadat de kunstenaars alweer teruggekeerd waren naar Nederland, aldus Helmus. ‘Maar toch zie je de Italiaanse invloeden terug. Iedere schilder pakte daar uit waar hij iets mee had.’
Een van de bekende Utrechtse schilders die in Rome is gebleven is Cornelis Bloemaert, de zoon van de bekende Utrechtse schilder Abraham Bloemaert. Helmus: ‘Abraham Bloemaert was een belangrijke leraar in Utrecht die wel 100 leerlingen heeft gehad. Honthorst is bijvoorbeeld een bekende leerling van hem. En veel leerlingen van hem zijn naar Rome gegaan. Alleen zijn zoon Cornelis is nooit naar Nederland teruggekeerd. Zijn vader wilde graag dat hij terug kwam maar hij is altijd in Rome gebleven en op hoge leeftijd arm gestorven. Bij zijn overlijden had hij bijna niks, alleen een kast en een bed en een tafel. Hij liet echter na zijn dood wel 400 prenten na, gedrukt naar alle platen die hij gedurende zijn leven had gegraveerd. De platen zelf had hij niet meer maar de afbeeldingen wel. Er stondop ‘pro usu eius esercitij’, voor gebruik in de praktijk, om naar te oefenen. Hetzelfde wat zijn vader deed in Utrecht.’

Cookieinstellingen