Teruggevonden dagboekfragmenten, die de negentienjarige verzetsheld Hetty van der Togt tijdens haar gevangenschap in 1944 op haar lichaam met zich meesmokkelde, komen tot leven in de voorstelling Dagboek ’44-‘45. Dansgroep Haarlem danst samen met Danscentrum Utrecht, het verhaal over verraad, verzet, verdrukking en verdriet, maar vooral over hoop. De productie is op 23 en 24 oktober in de Werkspoorfabriek in Utrecht te zien.
Verzetsstrijder Hetty belandt na haar arrestatie in 1944 in verschillende gevangenissen. Daar hield zij een dagboek bij. “Hetty noteerde alles op kleine briefjes, stukjes karton en zelfs op toiletpapier. Alles wat ze maar kon vinden. Ze droeg alles heimelijk op haar lichaam met zich mee. De notities hebben, net als Hetty, de oorlog overleefd,” vertelt choreograaf en artistiek leider van Dansgroep Haarlem Haya Maëla.
Na het overlijden van Hetty in 2011, vonden de kinderen van Hetty een tas op zolder, met hierin de notities. Dorien Reitsma – Hoogeweegen, dochter van Hetty, werkte de tekst uit tot een chronologisch verhaal. Een verhaal dat Hetty zelf nooit kon vertellen. Nu dan eindelijk op de planken in een aangrijpende choreografie op muziek van Henrik Schwarz.
Choreograaf Haya Maëla vertelt: “Toen ik in contact kwam met Dorien en over de dagboeknotities en het verhaal van haar moeder hoorde, raakte mij dat direct. We besloten er een voorstelling van te maken. Tijdens het stuk volgen we de chronologie van Hetty’s verhaal. Ik ben met mijn dansers op zoek gegaan naar de mensen achter de namen die op de notities voorkomen. Ik probeer een antwoord te vinden op de vragen hoe je dergelijke verschrikkingen overleeft, hoe belangrijk de vriendschappen zijn die je ter plekke maakt en hoe je weer verder moet met je leven na de oorlog.”
In de dansvoorstelling straalt in elke scène wel een sprankje hoop door bij de personages. Hoop op een beter leven. En dat kwam er, want tijdens de laatste maand van de oorlog in 1945 lukte het Hetty om met vijf vriendinnen te ontsnappen.
In Utrecht wordt samengewerkt met Danscentrum Utrecht (DCU). DCU neemt een deel van de voorstelling voor haar rekening en danst in de grotere scènes. Haya Maëla is blij met de samenwerking met DCU. “Door samen te werken met Danscentrum Utrecht, die moderne dans op hoog niveau aanbiedt, wordt een project van deze omvang realiseerbaar.”
Dagboek ’44-‘45 speelt in de voormalige Werkspoorfabriek in Utrecht op 23 en 24 oktober. Een ruige locatie, zeer geschikt als decor voor dit rauwe verhaal. Kaarten zijn verkrijgbaar via https://danshuishaarlem-webshop.nl/tickets-utrecht/
