Twee van de drie mensen met COVID-19-infectie heeft reukverlies. Bij een deel van deze groep is het reukverlies zelfs blijvend. UMC Utrecht roept mensen met reukverlies op om deel te nemen aan een zogeheten COCOS-studie.
In de COCOS-studie van het UMC Utrecht onderzoeken Digna Kamalski, hoofdonderzoeker en KNO-arts, Emma Schepens, arts-onderzoeker KNO en Inge Stegeman, epidemioloog of reukverlies te behandelen is met het medicijn Prednisolon.
Digna: “Je weet altijd pas wat je mist als het er niet meer is. Dat is bij uitstek het geval bij reukverlies. De impact op de kwaliteit van leven door reukverlies is groot. Kunnen ruiken geeft een verdieping in de menselijke relaties. Denk aan het niet meer kunnen ruiken van je kind, je partner of jezelf, na fysieke inspanning. Ook kan het gevaarlijk zijn omdat je bijvoorbeeld niet ruikt of er brand is. Bij de meeste patiënten komt de reuk vanzelf terug na een coronabesmetting, maar de reuk kan ook wegblijven of vervormd raken. Bij een vervorming ruikt dan alles bijvoorbeeld naar oude koffie, of een aangebrande gehaktbal. Ruik je dan aan je partner of kind, dan ruik je een aangebrande gehaktbal. Dat kan behoorlijk invaliderend zijn.”
Je kunt deelnemen aan deze studie als je in de afgelopen twaalf weken de diagnose COVID-19 hebt gekregen, als je minstens vier weken of langer reukverlies hebt sinds de COVID-19-besmetting en als je 18 jaar of ouder bent.
Emma Schepens legt uit waarom die periode van 4-12 weken zo belangrijk is: “In de eerste vier weken zie je bij 90% van de mensen een spontaan herstel van de reuk. Als het na vier weken nog niet hersteld is, helpt mogelijk behandeling met Prednisolon. Je wil dan wel snel starten met de behandeling.” Digna Kamalski vult aan: “Het blijkt dat 6 tot 8% van alle patiënten met een COVID-19-infectie niet herstelt van reukverlies. Daarom gaan we met deze studie kijken of de behandeling met Prednisolon uitkomst kan bieden.”
In de studie is er plek voor 116 patiënten. Als je geïnteresseerd bent in deze studie en meer wil lezen dan kan dat op deze pagina van de COCOS-studie.
