
De 67-jarige literator Simon Vestdijk zal in januari trouwen met de 27-jarige Mieke van der Hoeven, analiste op het laboratorium voor de volksgezondheid, te Utrecht. Dat meldt het Utrechts Nieuwsblad op donderdag 9 december 1965.
Zij zijn reeds ondertrouwd. Mej. Van der Hoeven kent de schrijven al sinds 1950. Zij woonde in de Parklaan in Doorn vlakbij de literator, die in de Torenlaan zijn huis heeft. Na het huwelijk zal het paar blijven wonen in Doorn.
Vele malen werd reeds bericht dat Simon Vestdijk zou trouwen. Mejuffrouw Van der Hoeven kwam geregeld met haar moeder op bezoek bij de grote schrijver. Haar hobby's zijn schrijven en tekenen. Zij maakte verschillende portretten van Simon Vestdijk. Hij eerde haar in het gedicht 'Aan een jonge tekenares', dat gepubliceerd is in Maatstaf, het literaire tijdschrift dat uitgegeven wordt door Bert Bakker.
Het gedicht werd geschreven in februari 1956 en gepubliceerd in september van dat jaar. Het bestaat uit 12 coupletten van elk 6 regels.
Het gedicht gaat over een tekening die thuis van Vestdijk wordt gemaakt. In de eerste regels beschrijft hij dat hij opkijkt en de tekenares lief vindt. De laatste twee regels van het derde en het vierde couplet in zijn geheel, luiden:
'Zij tekent mij zo jong als ik nooit zal worden.
Het vonnis tekent zij, dat mij verdorde.
Zo dor, dat ik niet weet hoe naar haar vruchten een bloesemrank verstolen uit te zenden.
Bij 't samenzijn is misverstand te duchten tussen een man, een vrouw, slechts af te wenden
door 't zedig turen op de fijne lijnen.
Zo neem ik niets van haar, zij al 't mijne.'
In de volgen coupletten spreekt hij over zijn verlangen en een 'ingehouden hunkeren' en hij eindigt met de wens 'snikkend bij haar neer te knielen'.




