'We hebben de hele nacht opgezeten. Ik kon geen oog dicht doen'. Mevrouw Vis, de echtgenote van de mogelijke winnaar van de voetbalpool, is er nóg helemaal opgewonden van. Als er zich vóór woensdag 12 uur geen andere geluksvogel meldt, valt het Utrechtse echtpaar precies een ton in de schoot. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 23 augustus 1965.
''t Is een geluk bij een ongeluk', zegt de heer Vis, die machinist is bij een electro-mechanische industrie, terwijl hij op zijn omzwachtelde rechter hand wijst. Vrijdag liep hij op zijn werk een reuzesplinter op, die er via een spoedoperatie uit werd gehaald.
'Wat we met die ton gaan doen?' Mevrouw Vis weet het al precies. 'Eerst naar m'n zoon in Australië. Die hebben we sinds 1961 niet meer gezien. En dan naar m'n zuster in Nieuw-Zeeland. We zitten dan toch in de buurt.'
Nee, niet met het vliegtuig. Met de boot. We hebben drie varende zoons, wat wilt u? 'Zoon Michel, stuurman en even met verlof, profiteert ook mee. Voor hem schiet er misschien wel een autootje over. 'Hij heeft pas zijn rijbewijs gehaald', glundert zijn moeder. 'En dan willen we het huis laten verbouwen. M'n man heeft me vannacht centrale verwarming beloofd.'
De heer Vis vertelt, dat hij vanaf het begin al meegedaan heeft aan de voetbaltoto. 'Mijn vrouw mopperde weleens, maar nu is ze maar wat blij dat ik 't gedaan heb. 't Is zo gegaan. Donderdag heb ik de toto ingevuld. Gisteren hadden we 'n huis vol visite. M'n zoon Michel, die ook meedoet, was in de keuken gaan zitten om de radio-uitslagen te horen. Hij zat niet goed, had zijn eigen lijstje al weggegooid. Toen komt-ie terug in de kamer en pakt mijn lijstje erbij. Nou, we konden onze ogen natuurlijk niet geloven.'
'Ja en toen de teevee. Dat was ook 'n machtige ervaring,' zegt z'n vrouw enthousiast. 'Van de NTS kwamen ze ons met een wagen halen. Ik wist niet hoe ik 't had. Ik voelde me net een prinses, hè goudmijntje.' Dat laatste slaat dan op haar man.
De enthousiaste reacties uit de familiekring bleven niet uit. 'Vanmorgen om half zeven hing mijn vader al aan de telefoon,' zegt mevrouw Vis. 'Nou ja gekke reacties hoor je ook al. Wij hebben hier een man op kamers. Die kwam vanmorgen met een bedrukt gezicht aan de telefoon. Zijn collega's hadden tegen hem gezegd: nou zullen die lui je wel op straat zetten. Niks hoor, al hebben we nou die ton, we blijven gewoon doen.'
Voor de heer Vis is dat doorgaan mijn zijn liefhebberij: operaplaten verzamelen. 'Voor de oorlog heb ik nog een tijdje operazang gestudeerd. Toen kwam de crisistijd en de oorlog ertussen. Ik moest m'n carrière opgeven. In het begin vond ik dat wel jammer, maar nu heb ik me erbij neergelegd. De laatste tijd zit 't ons wel mee. Een paar maanden geleden heb ik ook nog een paar aardige prijsjes in de Staatsloterij gewonnen.'