Prof.dr. L.A. Hulst heeft vanmorgen de noodklok geluid voor de gang van zaken bij het wetenschappelijk onderwijs in het algemeen en de geneeskundige faculteit in het bijzonder. Hij is als voorzitter van de geneeskundige faculteit van de Utrechtse rijksuniversiteit zelfs zover gegaan dat hij uitriep: Ons huis staat in brand. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 16 februari 1965. Prof. Hulst doelde op het steeds groeiende aantal eerstejaars studenten in zijn faculteit en de onmogelijkheden dat onderwijs te geven waar zij recht op hebben.
Omdat de minister enkele jaren geleden voorzag dat het aantal studenten de geneeskunde zou toenemen, heeft hij een commissie benoemd onder voorzitterschap van de Utrechtse hoogleraar Gerlings, aldus prof. Hulst. Deze commissie kreeg tot taak het aantal aankomende eerstejaars studenten in de geneeskunde te verdelen over de universiteiten. Voor Utrecht heeft dit tot gevolg gehad dat er dit jaar 304 eerstejaars studenten in de geneeskunde aankwamen. Dat is ongeveer tweemaal zoveel als in het voorgaande jaar.
Nu al kampen wij met de problemen, aldus prof. Hulst. Wij hebben net 400 studenten de eerste tentamens afgenomen. Er was namelijk ook nog een aantal dat overgebleven was van het vorig jaar. Maar hoe moeten wij die 400 studenten naar echt en billijkheid beoordelen? De hoogleraar wees er hierbij op dat de Nederlandse universiteiten in tegenstelling tot die in Amerika geen vooraf geselecteerde studenten hebben.
De grote belangstelling voor de studie in de geneeskunde schrijft prof. Hulst zowel toe aan de geboortegolf als aan de toenemende belangstelling voor de studie. Wij hebben te weinig artsen en het is niet gewenst 't aantal nieuwe studenten af te remmen.
Het is op het ogenblik onmogelijk, aldus spreker, om alle vacatures waarvoor een doktersbul verreist is te vervullen. De keerzijde van de medaille is dat men in de praktikumzalen nu al mannetje aan mannetje staat.
Willen wij de stroom studenten goed kunnen blijven verwerken, dan hebben wij op korte termijn nieuwe collegezalen, praktikumzalen en laboratoria nodig. Wanneer wij nu zien dat van het aangevraagde bedrag voor de hele universiteit van 25 miljoen gulden slechts 8 miljoen beschikbaar wordt gesteld door de minister, dan wordt het duidelijk dat wij ons op de ernst van de situatie moeten gaan bezinnen.
Wij hopen dat de minister inziet dat er op korte termijn iets gedaan moet worden, aldus prof. Hulst. Kan dit niet, dan zullen wij een rem moeten aanleggen op de stroom eerste jaars studenten. En hier zal geen enkele Nederlander iets voor voelen, liet hij erop volgen, omdat men te kort wordt gedaan zijn rechten.