Nog één zomer zal er in de Johannapolder gevoetbald, getuinierd, getennist, paardgereden en gekampeerd kunnen worden op de manier die dit gebied aan de oostkant van de stad Utrecht de afgelopen jaren gekenmerkt heeft. Per half september is onder andere aan de gebruikers van tien voetbalvelden, de windhondenbaan en de volkstuinen de huur opgezegd. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 4 februari 1965.
Ook de ijsbaan-camping Johannapolder, de manege en een paar kleine bedrijven zullen dienen te verdwijnen. De Johannapolder moet vrij van opstallen worden opgeleverd omdat de gemeente ook dit deel van het uitbreidingsplan Rijnsweerd en De Uithof gaat beginnen met het aanleggen van wegen, aldus de heer P.L.F. Doornbos, die afgelopen tien jaar het beheer gevoerd heeft over deze recreatieve voorzieningen in de Johannapolder.
De heer Doornbos is de vroegere eigenaar van de polder. Indertijd heeft hij zijn grond verkocht aan de gemeente Utrecht. Volgens het contract zou hij tien jaar het vruchtgebruik genieten van zijn vroegere terreinen.
Op de 35 hectaren waarom het hier gaat zijn de recreatieve objecten nogal dik gezaaid. Vooral de volkstuintjes tierden weinig, maar zoals dat wel eens gaat in een tuin: het onkruid had de neiging harder te groeien dan de gewassen zelf. Met andere woorden: er is de laatste jaren ter weerszijden van het kampeerterrein en achter het Zwarte Wegje een wilde woekering ontstaan van dikwijls wrakke, wanstaltige bouwsels.
Dat daar nu een eind aan gaat komen kan nauwelijks een verlies genoemd worden behalve door de mensen die ietwat vrijgevochten in de Johannapolder een terrein gevonden hadden, waar ze steeds deden en lieten wat ze wilden.
Nu de tien jaar vruchtgebruik vrijwel om zijn en de gemeente zo langzamerhand toe begint te komen aan de ontsluiting van ook dit deel van het grote oostelijke uitbreidingsgebied, zijn voor veel volkstuinders de dagen van hun bijna volledige vrijheid geteld.