De familie M.P. van den Hul, Ezelsdijk 40, Utrecht - in het onontwikkelde gebied, zoals mevrouw Van den Hul schertsend maar met de wanhoop van iedere dag zegt - heeft wel telefoon, maar (nog) geen water, (nog) geen gas en geen elektriciteit. Dat meldt het
Utrechtsch Nieuwsblad op donderdag 2 april 1964.
De telefoon is een uitkomst voor dit gezin in een boerderij aan de rand van de stad Utrecht, vlak bij de Karel van Doormanlaan. In augustus van het vorig jaar heeft het U.N. in het licht gesteld, hoe het dit gezin ontbrak aan licht, gas en water.
Dank zij een subsidie van de gemeente en eigen bijdrage krijgt het gezin Van den Hul nu wel water. Wanneer? - Misschien over zes, mogelijk acht weken, meent mevrouw Van den Hul. Nu gaat zij daarvoor nog naar haar broer in Blauwkapel, maar wat doet een gezin met enkele bussen water? De kinderen worden gewassen met slootwater, want het water uit de pomp is niet te gebruiken.
Tonelen, zo schreef het U.N. destijds, als uit een boek van dr. Vlimmen en het is nog niet anders. De vaars staat op kalveren en er wordt ook een veulen verwacht. Weer zal men zich moeten behelpen met het licht van stallantarens. Een elektrische leiding komt er niet. Dat zou minstens 6.000 gulden kosten en wie moet dat betalen?
Weliswaar zal de gemeente deze boerderij straks in haar bezit moeten hebben terwille van het stadsplan, maar dat kan nog jaren duren. Aanleg van water - en gasleiding is verantwoord.
Een oplossing voor de kosten daarvan zijn gevonden. Maar het is te hopen voor de familie Van den Hul, dat de betrokken instanties niet al te lang wachten met de aansluiting voor dit onontwikkelde gebied, onder de rook van Utrecht.
In het gezin Van den Hul vat men het alles wel laconiek op, maar ten slotte komt er een grens aan elk uithoudingsvermogen. Gelukkig dat er nu telefoon is. De verbinding met de buitenwereld is wat dit betreft verzekerd en men maakt er dan ook het nodige gebruik van.