'Het is mijn stellige overtuiging dat de meeste Nederlandse huisvrouwen de bezorging van brood aan de deur zullen blijven prefereren boven 't halen in de winkel. Ook zelfs als het prijsverschil tussen bezorgd en gehaald brood groter zou worden en ook als een aantal supermarkten als lokmiddel brood gaat aanbieden onder de kostprijs.' Dit is de mening van de de heer J. de Meij, chef van de bakkerijdiensten van CO-OP Nederland. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op zaterdag 15 augustus 1964.
Een stencil dat dit voorjaar door een Haags bakkersbedrijf aan zijn klanten werd gestuurd, is wel uitgelegd als het einde van de huis-aan-huisbezorging. De Haagse bakker deelde de huisvrouwen mee dat de broodbezorging alleen rendabel kon blijven als elke klant voor f 7.50 per week ging afnemen.
'Ach,' aldus de heer de Meij, 'momenteel wordt nog 75 à 80 procent van het brood aan huis gekocht. Dit percentage daalt langzaam. Steeds meer vrouwen willen hun brood voor de middag hebben; de gezinnen worden kleiner en de arbeid van de gehuwde vrouw neemt eveneens toe: allemaal factoren die het kopen in de winkel bevorderen. De werkende vrouw moet nu eenmaal tussen of na haar werktijd kopen.'
Daarbij komen de steeds stijgende kosten van de bezorging. In de bakkerij zelf kunnen de loonkosten nog wel grotendeels door mechanisering of concentratie worden opgevangen. In de bezorging is dit onmogelijk. De bezorger kan worden gemotoriseerd, maar hij is niet door een robot te vervangen. Hij zal toch bij elke klant moeten bellen.
De heer de Meij noemde enige cijfers die het bezorgingsprobleem illustreren. Maakten in 1913 de bezorgkosten nog maar 8 procent uit van de verkoopprijs van het brood, in 1930 was dit opgelopen tot 12 procent en na de laatste loongolf schommelde de bezorgkosten tussen de 20 en de 30 procent van de broodprijs. Van elk brood van 55 cent gaat dus 14 tot 18 cent weg alleen aan de bezorging.
'Maar', zegt de heer De Meij , 'hoewel er een langzame verschuiving plaats vindt naar winkelverkoop, ligt er ergens een grens. Ouden van dagen, vrouwen met kleine kinderen, gebrekkigen, maar ook vele anderen zullen prijs blijven stellen op verkoop aan de deur. Ook uit sociale overwegingen moet in elk geval de bezorging gehandhaafd blijven.'
Wel meent de heer De Meij dat de ontwikkeling de bakkerijen dwingt meer zorg aan hun service te besteden. Er moet een opleiding voor broodbezorging komen, zegt hij, 'verkopen is ook een vak.' De CO-OP heeft sinds enige jaren een schriftelijke cursus voor broodverkopers. Hoewel hiermee bevredigende resultaten worden bereikt, blijft het bedrijf vragen om een officiële vakopleiding.