Het museum van de Utrechtse universiteit is op donderdag 19 september 1963 25 jaar in het historische pand Trans 8 gevestigd. Dit is aanleiding voor het
Utrechtsch Nieuwsblad om mevrouw dr. J.G. van Cittert-Eymers te vragen wat zij als directrice van het museum op het verlanglijstje heeft. Meer ruimte en véél meer tijd, antwoordt zij glimlachend.
De huisvesting van het museum in Trans 8 was een treffende illustratie van de gemeentelijke belangstelling voor het wel en wee van de universiteit. In 1936 gaf het Utrechtse gemeentebestuur - met aan het hoofd burgemeester Ter Pelkwijk, die zich zeer interesseerde voor de universiteit - het huis aan het museum in bruikleen.
Er bestond wel iets op dit gebied voordat men het samenbundelde in dit museum. Bij de viering van het derde eeuwfeest in 1936 werd de collectie-Nijland door prof. Nijland aan de universiteit vermaakt. Zijn vader had er reeds aan gewerkt en de papieren, penningen, foto's en alles wat er verder tot deze collectie behoort, kan men thans zien in het museum.
Bijzonder belangrijk is ook de collectie van oude instrumenten op het gebied van onder andere wis- en natuurkunde en sterrenkunde. Deze collectie was aanvankelijk uit de belangstelling verdwenen, maar dr. Cittert vond haar terug op de zolder van het fysisch laboratorium, toen de laatste inwonende amanuensis was overleden.
De directrice is zich er maal al te zeer bewust van de historische omgeving, waarin zij werkt. Een dergelijke band met stedelijk en universitair leven kan men niet zo maar doorsnijden. De kwestie van de verplaatsing naar De Uithof is een vraag, die doelbewust is overgelaten aan de toekomst.