Utrecht 60 jaar terug: een nieuwe directeur van het meisjes-hbs

04 sep , 14:24 Geschiedenis
directeur Hut
04-09-1965

'Het is geen gemakkelijke beslissing geweest om na vijf heerlijke jaren die mijn gezin en ik in Middelharnis op Goeree en Overflakkee hebben doorgebracht te solliciteren naar de functie van directeur van de Utrechtse meisjes-hbs. Maar de vooruitzichten op het gebied van toepassing van nieuwe ideeën in het onderwijs alsmede een aantal particuliere omstandigheden hebben het besluit positief beïnvloed', aldus de heer T.P. Hut, directeur van de RHBS in Middelharnis, die op of omstreeks 1 december zijn nieuwe functie in Utrecht hoopt te aanvaarden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op zaterdag 4 september 1965.

In zijn woning aan de Hobbemastraat 34 in Middelharnis vertelt de heer Hut het niet vreemd te vinden dat een man als hoofd van een meisjes-hbs wordt benoemd. Volgens hem is gemeentelijk onderwijs in beweging en voorts zullen door het inwerking treden van de mammoetwet, over drie jaar, vermoedelijk de middelbare meisjesscholen (m.m.s.) toch gaan verdwijnen.

Op veertien m.m.s.'en in ons land wordt thans reeds geëxperimenteerd met gemengde scholen maar dan in de vorm van het in de mammoetwet genoemde havo (hoger algemeen vormend onderwijs). Hier zijn de m.m.s.'en dus een m.m.s.'en meer omdat ook jongens toegang hebben. Dit om te voldoen aan de inde wet gestelde eis een bepaald aantal leerlingen te verkrijgen voor de h.b.s.-B afdeling. Meestal is de belangstelling van het meisje niet erg groot voor de wiskundige afdeling en slechts door ook jongens toe te laten wordt het minimum gestelde aantal leerlingen dan gehaald.

De heer T.P. Hut werd 18 mei 1920 in het Groningse dorpje Ten Boer geboren. Zijn vader was in deze gemeente bakker. De lagere school bezocht de heer Hun in Usquert en vervolgens behaalde hij het ULO-diploma in Groningen. Omdat verder studeren voor hem gedurende de crisisjaren niet mogelijk was aanvaardde hij een baan als administratief ambtenaar bij de belastingen. In deze functie kreeg de heer Hut Uithuizen en Drachten als standplaatsen. In de laatste gemeente leerde hij zijn toekomstige echtgenoten, mej. A.v.d. Wielen, kennen.

In de bezettingsjaren kwam de heer Hut, die werkzaamheden verrichtte als verzetsstrijder, in conflict met de Duitsers en moest hij noodgedwongen onderduiken. Juist in deze periode heeft hij een aantal contacten gelegd die zijn toekomstig levenspatroon geheel veranderden. Door zoveel als mogelijk was in algemene zin te studeren slaagde de heer Hun in het najaar van 1945 voor het staatsexamen van onderwijzer. Twee jaar later behaalde hij ook de hoofdakte.

Na ook het eerste en tweede gedeelte van zijn studie Nederlands met succes te hebben volbracht werd de heer Hut in 1954 aangesteld als leraar aan het Winklerprins Lyceum te Veendam. Later vervulde hij aan deze school de functie van conrector. In september 1960 werd de heer Hun benoemd tot directeur van de RHBS in Middelharnis.

'Bij mijn komst op het Goeree en Overflakkee viel direct op de grote afstand die er bestond tussen de eilandbevolking en de middelbare school. Dit is in de loop van de vijf jaren die thans achter ons liggen aanzienlijk verbeterd,' aldus de heer Hut. Door een gezamenlijke actie is men er een geslaagd een grotere groep mensen te bereiken dan voorheen het geval was, en dit heeft mij bijzonder veel voldoening geschonken vervolgt de heer Hut temeer omdat daardoor voorkomen kan worden dat intellect verloren gaat.

Voor de toekomst van ons land is het beslist noodzakelijk dat, willen wij een rol, hoe beschieten dan ook in de wereld mee spelen, wij leveranciers moeten zijn van goed onderrichte mensen. De sterke groei van het leerlingenaantal op de RHBS in Middelharnis alsmede de voortreffelijke verhouding tussen leraren en leerlingen en hun ouders zullen steeds een prettige herinnering vormen aan mijn verblijf in Middelharnis.'

Niet alleen voor mijzelf maar ook voor mijn gezin betekent de overplaatsing naar Utrecht een moeilijke stap. Maar het grote voordeel is dat straks mijn 18-jarige dochter in haar nieuwe woonplaats Duits kan studeren en dat ook mijn zoon (16), die dit seizoen eindexamen hbs-B hoopt te doen, te zijner tijd in Utrecht kan gaan studeren. Ook het feit dat wij allen in onze vrije tijd veel meer dan op het voormalige eiland in de gelegenheid zullen zijn onze belangstelling voor het culturele leven te uiten is een winstpunt.

Maar voor alles blijft de ontwikkeling van het onderwijs in het kader van de mammoetwet het geliefde werkterrein van de heer Hut, die hoopt dat hij en zijn gezin zich spoedig in Utrecht kunnen vestigen. Een woning is evenwel nog niet aangewezen, maar ik heb het volste vertrouwen dat dit huisvestingsprobleem voor het eind van dit jaar opgelost is, aldus de nieuwe directeur van de meisjes-hbs in Utrecht.