Utrecht 60 jaar terug: een bezorgloze dag in de bakkerswereld

21 mei , 13:34 Geschiedenis
bezorgloze dag bakkers
UN 21-05-1965

In de bakkerswereld gist het. Niet omdat het brood niet zou willen rijzen maar omdat men druk bezig is met het overleg over een vijfdaagse in het bakkersbedrijf en daarbij met het moeilijke probleem van een bezorgloze dag te maken krijgt. Op het ogenblik wordt er druk overleg gepleegd met alle instanties, die daarmee te maken hebben en dat zijn er nogal wat. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 21 mei 1965.

Een van de vele organisaties is de Nederlandse Bakkersbond. 'n Algemene, niet levensbeschouwelijke bond, waarin landelijk omstreeks 2500 patroons uit het midden- en het kleinbedrijf zijn verenigd. Voorzitter is de heer C. Koppert uit Utrecht.

Om te beginnen merkte de heer Koppert op dat het bakkersbedrijf niet zonder kleerscheuren de vijfdaagse bezorgweek kan invoeren. In plaatsen, zoals Den Haag, waar dit al proefsgewijs gebeurde door op maandag niet te bezorgen, deed men de ervaring op dat men op de zaterdag een overbelaste werkdag kreeg, en dat men toch niet de hele omzet van de maandag erbij verkocht, maar slechts een derde deel ervan. Tweederde ging verloren. Wel was er enig herstel op de dinsdag, maar over het geheel genomen verminderde de omzet.

Nu is het de vraag evenwel niet meer of men een vijfdaagse bezorgweek moet invoeren. De collectieve arbeidsovereenkomst in het bakkersbedrijf geeft aan dat men na Pinksteren nog achttien vijfdaagse werkweken moet hebben. Een maatregel die beoogt het personeel in de bakkersbedrijven niet achter te stellen bij de andere bevolkingsgroepen die wel een vijfdaagse genieten.

De vraag is wel: welke dag moet men uitkiezen als bezorgloze dag? Tot dusver is over twee mogelijkheden gesproken. Maandag of woensdag zal het zijn. Voor de maandag pleit de met de zondag aaneengesloten vrije tijd. Tegen de maandag is echter het consumentenbelang, dat toch ook een bakkersbelang is, gezien de omzetvermindering die uit niet bezorgen op maandag kan voortvloeien. Zou de consument op dinsdag nog brood willen eten dat zaterdag is gekocht en in veel gevallen vrijdag al is gebakken?

Bij een bezorgloze woensdag ligt naar de mening van de heer Koppert de zaak voor de consument beter. Dan heeft men donderdagmorgen te maken met brood dat, omdat het slechts één dag minder vers is dan normaal, volgens bakkers nog best te eten is.

Utrecht heeft vele bakkersorganisaties. Er zijn vele meningen. Of het de maandag wordt of de woensdag is nog een punt van overleg. Menig vergaderuur zal hieraan nog worden besteed. Het bezorgen van brood is een ingewikkeld probleem.

En dan zijn er nog de mogelijkheden van broodverkoop in warenhuizen en supermarkten en op den duur - als het aantal verkooppunten sterk zal zijn uitgebreid op grond van een wettelijke regeling waardoor men thans in een overgangsperiode verkeert - wellicht bij elke kruidenier.