De Catharijnesingel speelt dit jaar een grote rol als ligplaats voor doortrekkende plezierschepen. Dat is niet alleen een gevolg van de snelle toename van de pleziervloot, maar ook van het slechte weer. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op woensdag 4 augustus 1965.
Want heel wat watersportliefhebbers hebben in verband met de regen en de kou hun plannen veranderd. Ze gaan niet voor lange tijd op één plek liggen, zoals aanvankelijk de bedoeling was, maar maken een soort rondvaart. Zijn bij mooi weer de gebieden met veel natuurschoon in trek, deze zomer zoekt men zijn heil in de grotere centra, waar men als het regent wat meer afleiding kan vinden.
Utrecht pikt ook duidelijk een graantje mee. Zolang de jachthaven in Overvecht nog niet is gegraven kunnen doortrekkende plezierscheepjes alleen terecht in de Catharijnesingel, die een onderdeel vormt van de zogenaamde binnenroute naar Loosdrecht. Die route wordt vrij druk gebruikt . In juli '64 verwerkte de Weerdsluis (bij het begin van de Vecht) 546 scheepjes. De afgelopen maand waren het er 614.
Hoewel de Catharijnesingel officieel is aangewezen, zijn er geen speciale voorzieningen, zoals waterkranen. Daartegenover staat dat het liggeld ook bijzonder laag is: voor jachtjes tot en met vijf ton twintig cent per veertien dagen of per reis en voor scheepjes van zes tot tien ton dertig cent.
Dat ontbreken van kranen wordt wel gevoeld. Maar voor de rest zijn Catharijnesingel-liggers bijzonder tevreden. Ze zitten echt niet te spingen om een jachthaven in Overvecht. 'Waar kun je nu beter liggen dan hier,' zegt de heer J. Rietkerken uit Leiden, die elk jaar een weekje naar Utrecht komt. Hij is gepensioneerd en maakt van zijn vrijheid gebruik. De hele zomer brengen zijn vrouw en hij door op hun schip, een bijzonder aardig jachtje.
Zo nu en dan gaan ze even met de trein naar huis om te kijken of er nog post is en om de wat te doen. 'En natuurlijk om m'n pensioen te innen,' aldus de heer Rietkerken, die al 35 jaar zijn hart aan het water verpand heeft.