Utrecht 60 jaar terug: brand bij UBO blijkt aangestoken

22 mrt , 13:21 Geschiedenis
brand bij ubo
UN 22-3-1965

Een geweldige rookontwikkeling was vorige week woensdagavond het gevolg van een naar thans bekend is geworden aangestoken brand bij de UBO aan de Kanaalweg te Utrecht. Het ging de man, die het vuur veroorzaakte, maar om een kleine brandje. Het werd een vuurzee, die voor een f 600.000,- verteerde en over noordwestelijk Utrecht een rookgordijn legde. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 22 maart 1965.

De 32-jarige fabrieksarbeider K., die woensdagavond de brand stichtte bij de Utrechtse Banden Onderneming (UBO), was het vele oefenen beu. Als getrouw lid van de bedrijfsbrandweer was hij ook die avond present om deel te nemen aan de instructie-oefening. Niemand weet wat er precies in hem omgegaan is, maar in ieder geval herhaalde hij blijkbaar zijn bescheiden poging van 6 januari van dit jaar: het stichten van een kleine brand om eens de werkelijkheid te beleven… Dat die werkelijkheid bij een poging tot brandstichting in synthetische rubber hem zo uit de hand is gelopen werd voor K. de verrassing van zijn leven.

In plaats van een kleine brand, die hij met een schuimblusser gemakkelijk de baas zou kunnen, ontdekte hij bij zijn tweede gang naar de opslagplaats voor rubber dat er ditmaal sprake was van het begin van een zware brand, die weldra ruïneuze gevolgen zou aannemen.

Normaal is dat het personeel omstreeks kwart voor vijf de fabriek verlaat. De ronde om brandgevaar in de kiem te smoren begint dan om vijf uur. Op woensdag wordt hierop een uitzondering gemaakt om de wachtloper in staat te stellen de normale instructie oefening mee te maken.

Bij het verhoren van alle bij de brand betrokkenen viel het de Utrechtse recherche op dat al eerder - op 6 januari van dit jaar een brand in de kiem was gesmoord door de bedrijfsbrandweer, terwijl voorts kwam vast te staan dat men K. tweemaal naar boven had zien gaan.

De recherche nam dit als uitgangspunt en wat bijna nimmer gelukt bij andere grote branden, had ditmaal succes. Na langdurig verhoor bekende K. dat hij de man was, die de brand had aangestoken. K. ging niet zover dat hij de poging van 6 januari bekende. Officieel kan dit hem tot dusver niet ten laste worden gelegd, maar het verband is voor insiders wel duidelijk. K. die onmiddellijk vrijdagavond in bewaring werd gesteld, wordt dinsdag voor de officier van justitie geleid. Officieel werd voorts vandaag vernomen dat de totale schade - brandschade en bedrijfsstagnatie - geraamd wordt op 600.000 gulden.

In deskundige krijgen wordt de directie van het bedrijf geen verwijt gemaakt. In een circulaire aan het personeel is er nog onlangs nadrukkelijk op gewezen dat men in de UBO omgaat met zeer gevaarlijk, brandbaar materiaal. Deze circulaire werd zelfs in het Grieks vertaald voor de buitenlandse werknemers.

Op de zolderetage, die door de brand verloren ging, had men een opslagplaats van verschillende soorten rubber, waaronder natuur- en synthetische rubber alsmede chemische middelen, die bij de fabricage gebruikt worden. Op dezelfde etage bevindt zich ook de roetkamer, waar zich 6 januari al een brand voordeed.

Uiteraard is deze bekentenis voor de leden van de bedrijfsbrandweer, die zich woensdagavond tot het uiterste hebben ingezet om de brand te blussen, een grote verrassing. Men beschouwde K., die een eenvoudige taak had bij het coveren van de banden, als een plichtsgetrouw zij het een wat simpele man, die zijn taak ernstig nam. hij was al zes jaar in dienst van de UBO en ook deze woensdagavond heeft hij druk mee geholpen met de blussing.

Op het opzettelijk stichten van brand waarbij gevaar bestaat voor de gemeenschap staat volgens artikel 157 van het wetboek van strafrecht maximaal 12 jaar.