Directeur L.C.F. Wunder van de Utrechtse VVV is verbaasd en tegelijk bijzonder dankbaar over de reactie van het publiek op zijn noodkreet zaterdagavond om bedden voor toeristen. De eerste oproep ging omstreeks 20 uur uit toen het op de Rijnkade in Utrecht een 'gekkenhuis' dreigde te worden. Maar even daarna en nog later op de avond was er zo'n aanbod van enthousiaste gastheren-in-spé uit vier provincies dat het telefoonverkeer gestoord werd. Rijkstelefoon en Utrechtse politie, waarop de meldingspost heel wat telefoontjes binnen kwamen omdat men VVV-Utrrecht niet kon bereiken, vroegen directeur Wunder wanneer het nu eens op zou houden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 20 april 1965.
Ten slotte werd het op die gedenkwaardige zaterdagavond voor de Utrechtse VVV zo, dat er met gejuich een toerist uit de wachtende menigte werd binnengehaald, die een bed verlangde. De wachtenden, die per auto, bromfiets, fiets of gewoon te voet de toch naar de Rijnkade hadden ondernomen, bestond uit mensen, die gaarne bereid waren aan de toeristen een bed aan te bieden.
Velen namen zelfs de moeite om de telefooncellen af te lopen, die nog niet bezet waren, waarna zij tot de ontdekking kwamen dat het VVV-nummer voortdurend in gesprek bleef. In totaal heeft de Utrechtse VVV tijdens dit paas-weekend 1600 mensen kunnen helpen. Dit aantal zegt nog meer wanneer men bedenkt dat er in 1964 een 700 gegadigden werden bediend. Uiteraard was ook in Utrecht meer dan de helft Duitsers maar de Domstad heeft eveneens een enorme stijging van het Franse bezoek genoteerd, namelijk 475 tegen in 1964: 125…