Utrecht 60 jaar terug: actie tegen slecht onderdak buitenlanders

22 okt , 13:51 Geschiedenis
huisvesting buitenlanders
UN 22-10-1965

Het gemeentebestuur heeft vandaag in de actie tegen de slechte huisvesting van buitenlandse arbeiders in twee gevallen ingegrepen. De logeerverordening is van toepassing verklaard op het pand B.F. Suermanstraat 23 en 23bis, waar een veertigtal personen is ondergebracht. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 22 oktober 1965.

Achttien Marokkanen en Algerijnen, die er in 'n garage zijn ondergebracht, moeten hier binnen zes weken uit zijn. Binnen veertien dagen dient er een logiesverordening voor dit perceel te worden aangevraagd.

In het bovenhuis mogen hier slechts negentien man gehuisvest worden, zodat voor een twintig buitenlanders nieuw onderdak moet worden gezocht. Het tweede geval betreft het pand Oranjestraat 13 bis, waar men op een zolder boven een transformatorhuisje, zeventien man laat samenwonen. Deze zolder moet binnen veertien dagen ontruimd zijn.

De garage in de B.F. Suermanstraat in Tuinwijk is nog geen veertig vierkante meter groot. Men heeft hier stapelbedden geplaatst. De arbeiders koken zelf hun potje op de betonnen vloer, die in het midden is verzakt. De logieshouder heeft een gat gehakt in de muur tussen de garage en het portaal achter zijn huiskamer. Er is voor de mensen, die aldus 'gehuisvest' worden slechts één toilet: in de bovenwoning.

Dat men in deze gevallen nog een betrekkelijk ruime termijn neemt alvorens een einde kan worden gemaakt aan dit 'samenhokken' van de buitenlanders laat zich begrijpen, omdat het niet eenvoudig is deze mensen direct elders onder dak te brengen.

De huisvesting is in eerste instantie een aangelegenheid van de onderneming, die deze arbeiders in dienst nam en die hierin samenwerkt met de stichting Bijstand Buitenlandse Werknemers. Het komt echter nogal eens voor dat de buitenlanders zelf van adres en bedrijf veranderen. Dit is niet altijd onmiddellijk te controleren zodat de wantoestanden, waarvan hier sprake is, kunnen ontstaan.

Wethouder Harteveld heeft bij het begin van de bemoeienissen met dergelijke pensions verklaard dat in het overgrote deel de situatie aan redelijke eisen voldoet. Maar op logiesbedrijven waar dit niet het geval is, kan in principe de logeerverordening van toepassing worden verklaard, waardoor de gemeente de bevoegdheid heeft in te grijpen als er duidelijk sprake is van slechte en beslist niet te tolereren huisvesting.

Voor de derde maal heeft men dus thans ingegrepen, hetgeen uiteraard ook in het belang van de buitenlanders zelf is , die tegen deze uitwassen beschermd moeten worden.