Een plaquette ter ere van Johanna Westerdijk, Nederlands eerste vrouwelijke hoogleraar, is onthuld in het Cantonspark in Baarn. Dat meldt de Universiteit Utrecht. Het eerbetoon maakt deel uit van het project Nederlandse Mijlpalen in de Microbiologie, van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Microbiologie (KNVM). Westerdijk zorgde voor grote wetenschappelijke doorbraken op het gebied van schimmels en plantenziekten. De Universiteit Utrecht benoemde haar tot hoogleraar in 1917.
Microbioloog Johanna Westerdijk (1883-1961) heeft sinds kort een nieuw eerbetoon. Hedendaagse vakgenoten onthulden een plaquette ter ere van haar leven en werk, in het Cantonspark in Baarn. De onthulling vond plaats op 11 april 2025. De plaquette is het tweede eerbetoon binnen het project Nederlandse Mijlpalen in de Microbiologie van de KNVM.
De plaquette memoreert Westerdijk als eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland, en als wetenschappelijke pionier die belangrijke nieuwe inzichten realiseerde binnen de microbiologie. Onder haar leiding kwam daarnaast een van de grootste schimmelcollecties ter wereld tot stand.
De plechtigheid vond plaats in de Wintertuin, een monumentaal kassengebouw in het Cantonspark. Een van de sprekers op het programma was auteur Patricia Faasse, die een biografie schreef over Westerdijk, genaamd Een beetje opstandigheid. Faasse gaf in haar toespraak diverse voorbeelden van Westerdijks uitgesproken mening over wetenschap en de rol van vrouwen hierin.
De plaquette, ontworpen door kunstenaar Malou Zuidema, werd officieel onthuld door de burgemeester van Baarn en microbioloog Margot Koster, verbonden aan de Universiteit Utrecht. Op dezelfde plek had Westerdijk ooit haar wetenschappelijke proeftuin. Het park was destijds (van 1920 tot 1987) onderdeel van de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht.
Eerdere Mijlpaal
De eerste Mijlpaal van het project, ter ere van microscopist Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723), werd onthuld op 14 februari 2004 in Delft. Plannen voor een derde mijlpaal zijn in de maak, maar nog niet door de KNVM medegedeeld.