In de nacht van zaterdag op zondag, omstreeks half twee, is de Utrechtse scholier R.A. Beens op de weg naar Rhijnauwen door een onbekende met een pistoolschot in het onderlijf geschoten. Zowel het slachtoffer als justitie en politie staan voor een raadsel, wie op de scholier heeft geschoten. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 29 juni 1964.
De scholier Beens is de zoon van de heer A.R. Beens, directeur van het Huis van Bewaring te Utrecht. Hij had een feestje van de leerlingen van de vierde klas van het Stedelijk gymnasium te Utrecht mee gemaakt. Na afloop had hij een meisje naar huis gebracht. Daarna was hij naar huis gegaan om de bromfiets op te halen, waarmede hij een tochtje in de omgeving maakte. Het was prachtig weer en niets deed vermoeden dat dit nachtelijk ritje op een dergelijk onaangename ervaring zou uitlopen.
Scholier Beens reed op de weg van het theehuis Rhijnauwen naar de hoofdweg tussen Utrecht en Bunnik, de Koningsweg, toen hij plotseling een stekende pijn in het onderlijf voelde. Hij heeft, zo verklaarde hij nader, geen schot gehoord.
Hij viel van de brommer af in het gras van de berm. Na enige tijd hoorde hij een bromfietser voorbij komen, die hij te hulp riep. De man antwoordde niet maar reed snel door.
Naderhand zou blijken dat deze man doorgereden is naar het bureau Tolsteegbrug van de Utrechtse politie. Hier waarschuwde deze onbekende de wachtcommandant dat er vermoedelijk een verkeersongeval was gebeurd. Hij gaf de plek aan, waar een en ander zich zou hebben afgespeeld. De man vertelde nog dat hij om hulp hoorde roepen maar niet had durven stoppen omdat het zo laat was en zo stil.
De politie zond onmiddellijk een surveillancewagen naar de plaats van het ongeval. Hier trof men de scholier aan, die hevig uit het onderlijf bloedde. Hij klaagde ook over pijn in zijn benen.
De Utrechtse politiemannen gaven direct een oproep per mobilofoon door aan de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst te Utrecht, die een ambulance zond. Verder kon men niet gaan omdat de plaats van het ongeval behoort tot de gemeente Bunnik, zodat dus de rijkspolitie dit onderzoek moest overnemen.
De jonge scholier werd naar het Academisch ziekenhuis in Utrecht vervoerd. Nadat er foto's waren gemaakt constateerde men dat hij getroffen was door een pistoolkogel. Operatief ingrijpen bleek noodzakelijk. Prof. Nuboer verrichtte deze operatie, waarbij een pistoolkogel uit het onderlijf werd verwijderd.
De toestand van de scholier is nog steeds ernstig. Hij is evenwel bij bewustzijn maar kon verder niets verklaren, dat enig licht werpt op de werkelijke oorzaak van deze schietpartij die voor hem zulke ernstige gevolgen had.
In verband met het onderzoek wordt de onbekende bromfietser, die zich vervoegde bij de politie aan het bureau Tolsteegbrug, verzocht zich met de politie in verbinding te stellen.
Aan stroperij kan niet worden gedacht, omdat het niet waarschijnlijk is dat stropers van een pistool gebruik zouden maken, terwijl het stropen in dit jaargetijde ook vrijwel uitgesloten is.
Voorts is het volkomen uitgesloten dat de jonge Beens een pistool op zak had, waardoor hij getroffen zou kunnen zijn bij een val met de bromfiets. Tot dusver staat men dus voor een raadsel.