Zonder succes, maar met achterlating van een enorme ravage, hebben inbrekers vannacht geprobeerd een kluis in een benzinestation naast rijksweg 2 tussen Utrecht en Maarssen open te breken. De daders maakten gebruik van zo veel springstoffen, dat de kluis wel opensprong, maar het geld waarop zij het gemunt hadden, verpulverde. Dat meldt het Utrechtsch nieuwsblad op vrijdag 17 april 1964 op de voorpagina.
In de kluis lagen twee enveloppen met geld: 5413,35 in Nederlandse munt en ongeveer zeshonderd gulden in buitenlandse valuta. Waarschijnlijk hebben de daders de inbraak terdege voorbereid, want aannemende dat inderdaad omstreeks 12 uur nog personeel in het gebouwtje was, dan hebben zij hooguit slechts een half uur gehad om de toegang te forceren en de springstof aan te brengen. Want de enorme explosie, die tenslotte volgde, vernielde ook de klok in het pompstation, waarvan de wijzers op vijf over half één stil zijn blijven staan.
Volgens de politie moeten de daders zeer zijn geschrokken van de door hen niet verwachte kracht van de explosie. Zij hebben zich uit de voeten gemaakt zonder zich de tijd te gunnen rond te kijken naar waardevolle voorwerpen in het station. Dat wijst op paniekerige haast, hetgeen niet zo verwonderlijk is, want in een fractie van een seconde is het pompstation veranderd in een ruïne.
Geen ruit is er meer heel, de muur, waarin de kluis was gemetseld, is geheel ontzet, de telefoon lag in stukken op de grond. Alleen al aan het glaswerk is een schade van drieduizend gulden ontstaan.
