Door alle publicaties over de schadelijke gevolgen van sigaretten roken zien de Utrechtse groothandelaren in tabaksartikelen en detaillisten een verschuiving in de vraag. Er worden meer pijpen verkocht en er is meer vraag naar sigaren, vooral kleinere soorten. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op donderag 16 januari 1964.
De omzet van sigaretten is daarentegen verminderd. Sommigen spreken van 8 procent, anderen zelfs van 15 tot 20 procent. Volgens de heer T. van Rijn, die een sigarenzaak heeft aan de Potterstraat 8, komen er bijna dagelijks mannen in de zaak die om advies vragen bij de aankoop van een pijp. Meestal blijkt dat een hartstochtelijke sigarettenroker door de knieën is gegaan en wil overstappen op het minder nadelige pijproken.
Volgens groothandelaar J. van Rossum is er ook meer vraag naar kleine sigaartjes. De iets grotere vraag naar duurdere soorten sigaren wil de heer Van Rossum nog niet direct toeschrijven aan het verminderde gebruik van sigaretten. Het is namelijk ook mogelijk dat er met het oog op de aanstaande prijsverhoging hier en daar voorraadjes worden gevormd.
Volgens de heer C. Tromp van het Janskerkhof 25 zal de vraag naar pijpen en ‘baai’ (fijngesneden tabak) tijdelijk zijn. Veel mensen die energiek aan een pijp zijn begonnen, krijgen er toch niet de smaak van te pakken. Na enkele dagen, weken misschien, wordt al weer vaker naar het pakje sigaretten gegrepen tot er een moment komt dat de pijp vergeten in een hoekje blijkt te liggen.
Allen zijn het evenwel hier over eens: Het is nu nog heel moeilijk te zeggen of de rookgewoonten in Utrecht door alle publicaties definitief zijn veranderd. Pas over enkele maanden, wanneer de prijsverhogingen een feit zijn geworden en de ergste bezorgdheid vergeten, zal gezegd kunnen worden: En zo rookt Utrecht.
