Utrecht 60 jaar terug: het studentenhuisvestingsprobleem wordt ieder jaar nijpender

Foto: UN 14-05-1963

Als de eindexamens binnenkort achter de rug zijn, zullen de universiteitssteden weer overstroomd worden met aankomende studenten. Ook in Utrecht strijken zij bij honderden tegelijk neer. Hoe moet deze toevloed opgevangen worden, hoe krijgen zij allemaal een dak boven het hoofd? Het studentenhuisvestingsprobleem in Utrecht wordt ieder jaar nijpender, zo schrijft het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 14 mei 1963.

Uit het jaarverslag van het Utrechtse studentenbureau voor kamerbemiddeling en studie-inlichting blijkt dat in 1962 bijna 700 kamers werden verhuurd. Het aantal bemiddelingen – hieronder wordt verstaan het aantal lijsten met kamers aan studenten verstrekt – bedroeg daarentegen 1156.
Velen konden niet worden geholpen en bleven spoorstudenten, hetgeen dikwijls een grote handicap betekent. Bovendien betalen die gelukkigen, die wel in het bezit van een kamer waren gekomen, in veel gevallen extravagant hoge huurprijzen.
Het studentenbureau doet hier veel en nuttig werk. De studenten zelf hebben sinds 1956 de stichting studentenhuisvesting, die zoveel mogelijk huizen koopt of huurt, en als studentenhuis inricht. Zodra er weer een huis vrijkomt, stromen de gegadigden toe en binnen de korst mogelijke tijd is het huis volledig bezet.
De stichting heeft plannen voor de bouw van een complex flats aan de Rubenslaan, dicht bij het stadion. Als deze woningen geheel voltooid zijn – men rekent over ongeveer 10 jaar – dan zullen hier rond duizend studenten kunnen wonen.
Daarmee is de kamernood echter nog niet opgeheven. Men verwacht dat in dezelfde komende tien jaar ’t aantal studenten aan de universiteit met enige malen duizend zal zijn toegenomen. Er moet dus naar een vergroting van de opnamecapaciteit worden gestreefd.
Het studentenbureau doet daarom een dringend beroep op de Utrechtse burgerij om zoveel mogelijk ongebruikte ruimte beschikbaar te stellen.

Cookieinstellingen