Utrecht 60 jaar terug: tachtig kisten in de Buurkerk

Foto: UN 9-1-1962

In de Buurkerk staan op dinsdag 9 januari tachtig kisten opgesteld met de slachtoffers van het treinongeluk op 8 januari bij Harmelen. Daar tussen lopen de familieleden. Sommigen snikken, de meesten zwijgen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op 9 januari 1962.

Mannen van de rijkspolitie zijn aanwezig bij de identificatie van de slachtoffers, die moet geschieden in het bijzijn van een vertegenwoordiger van justitie. Die morgen om 9 uur begon de confrontatie met de stoffelijke resten. De wet schrijft voor dat doden moeten worden geïdentificeerd door familieleden of goede kennissen. De Buurkerk was daarom ingericht tot een grote ‘chapelle ardente’.
Maandag was al bekend gemaakt dat de familieleden van 9 uur af zich bij het loket inlichtingen op het Centraal Station in Utrecht konden melden. Voor het station wachtten al auto’s die de mensen eerst naar een restaurant brachten. Daar stond de koffie klaar en werd meegedeeld wat er werd verlangd.
En dan begint wat moet gebeuren. Mannen van de rijkspolitie gaan mee naar de kist. Op een eenvoudig kaartje staat de naam. Dan moet de kist worden geopend. Vaak zijn het alleen maar de resten van kleren waaraan een familielid wordt herkend.
Dramatische taferelen deden zich maar zelden voor. Telkens kwamen een paar mensen tegelijk binnen, zelden grote groepen tegelijk. Een enkele vrouw werd het verdriet te machtig en viel flauw. Mensen van de Rode Kruis-colonne waren aanwezig om haar te helpen. Ook twee predikanten en een r.k.-geestelijke stonden klaar om te bemoedigen, wie ondersteuning nodig had.
In enkele kisten lagen de stoffelijke resten van kinderen. Naast elkaar lagen zij, een moeder met haar 3-jarige dochtertje. Iets verder ligt een meisje van vier.
Hadden de familieleden hun doden herkend, dan nog werden zij niet alleen gelaten met hun verdriet. Formulieren moesten worden ingevuld, hetgeen wettelijk nu eenmaal bij de identificatie moet gebeuren.
Was het zakelijk gedeelte achter de rug, had men opgegeven hoe men de begrafenis wilde regelen, dan kon men naar huis gaan. Met gebogen hoofd verlieten zij weer de kerk, om terug te keren naar een huis dat leger was geworden.

Cookieinstellingen