De gemeente Utrecht doet onderzoek naar een model om betaalbare koopwoningen ook langdurig betaalbaar te houden. Op dit moment zijn betaalbare koopwoningen vaak alleen betaalbaar voor de eerste kopers; door de marktwerking schieten de prijzen bij verkoop zódanig omhoog, dat de woning uit het betaalbare segment verdwijnt. Het is de bedoeling dat het model eind 2025 gereed is, en dat op dat moment ook gestart kan worden met een pilot van zo’n 38 woningen aan de Briljantlaan.
Wethouder Dennis de Vries: “Waar we in Utrecht – net als in de rest van Nederland – mee worstelen, is de vraag hoe we betaalbare koopwoningen ook op de lange termijn betaalbaar houden. We willen dat niet alleen de eerste bewoners profijt hebben van maatregelen die we treffen om een koopwoning bereikbaar te maken, maar ook alle bewoners daarna. Voor mensen met een middeninkomen – denk aan politieagenten, zorgmedewerkers en leraren – is het nu ontzettend moeilijk om een betaalbare koopwoning in Utrecht te vinden. Met het model moeten we op de lange termijn écht een toename zien van het aantal koopwoningen dat voor middeninkomens bereikbaar is.”
Erfpacht
Op 12 juni 2025 stemde de gemeenteraad in met de nota Wonen en Volkshuisvesting. In de nota is vastgelegd dat Utrecht inzet op 35% in het middensegment, waarvan minimaal 25% middenhuur en maximaal 10% betaalbare koop (oplopend tot 15%, als ervoor wordt gezorgd dat de woningen duurzaam betaalbaar blijven). In de nota is ook aangegeven dat wordt onderzocht hoe betaalbare koop langjarig kan worden geborgd met erfpacht. Vandaag informeerde wethouder Dennis de Vries de gemeenteraad over de stand van zaken van dat onderzoek.
Het beoogde model zou bestaan uit twee onderdelen. Allereerst is er een inkomensafhankelijke jaarlijkse vergoeding voor de grond (canon). De koper betaalt de opstal – dat zijn de stenen – en dus die jaarlijkse vergoeding voor de grond. De opstal bedraagt 65% van de woningwaarde, de grond 35%. De gemeente zet in op te ontwikkelen woningen met een marktwaarde tot maximaal de landelijke betaalbaarheidsgrens, die in 2025 op €405.000 ligt. Als de gemeente zou kiezen voor een reguliere vergoeding voor de grond, worden de lasten voor veel middeninkomens te hoog. Daarom wordt in het model uitgegaan van een vergoeding die inkomensafhankelijk is.
In het onderzoek wordt gekeken of en hoe ook de laagste middeninkomens profijt kunnen hebben van dit model, bijvoorbeeld door middel van een wat hogere vergoeding voor de wat hogere inkomens. Dit sluit aan bij één van de belangrijkste uitgangspunten van de gemeente, om ongelijk te investeren voor gelijke kansen. Daarnaast kan de gemeente, door de inzet van erfpacht, bij doorverkoop van de woning bepaalde voorwaarden stellen. De belangrijkste voorwaarde zou zijn dat de woning alleen mag worden doorverkocht aan mensen of huishoudens met een middeninkomen. De financieringsmogelijkheden van de nieuwe bewoners bepalen dan de doorverkoopwaarde.
Gemeentelijk woonbedrijf
Het model is anders dan wat de gemeente gewoonlijk doet met erfpachtcontracten. Daarom wordt op dit moment ook gekeken of het wenselijk is om een gemeentelijk woonbedrijf op te richten – een B.V. – waar de gemeente dan aandeelhouder van is. Zo’n woonbedrijf kan zorgen voor de uitvoering van het model in de praktijk. Dat zou op afstand van de gemeente gebeuren, waarbij de gemeente tegelijkertijd blijft sturen en kan bepalen in welke projecten dit model wordt ingezet.