Op
zaterdagmiddag 11 juli is het nieuwe pand van Ingenieursbureau voor
architectuur en stedebouw Dingemans officieel in gebruik genomen, bij
welke gelegenheid een inaugureel woord werd gesproken door Utrechts
wethouder van openbare werken, de heer T. Harteveld. Dat meldt het
Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 13 juli 1964.
Een
enkele opmerking nog over deze architectonische schepping, die daar
in de omgeving sterk de aandacht trekt en vermoedelijk nog lang
trekken zal. Het exterieur - welke een psel fan fantasie en
functionaliteit! - wijkt verblijdend af van de sleur van zoveel
naargeestige, zgn. 'moderne' bouw-uniformiteit. Een gelukwens voor de
bewoner-ontwerper (ir. P.H. Dingemans) is hier op zijn plaats: hij
heeft iets origineels neergezet! Een blikvanger , maar een die 'er
wezen mag', met trouvailles als o.a. het ajour-effect van anders
misschien doodse muurvlakken, terwijl de dusgeheten 'torenkamer' ,
die om zo te zeggen uit de bouw tevoorschijn 'koekoekt' aan het
geheel dat verlevenidgende aparte verleent, waardoor 't pand zich
even nadrukkelijk als plezierig van de omringende woon-architecturen
onderscheidt.
Ook
de keuze der gebezigde materialen moet gelukkig heten: beton (o.a.
'B2-blokken'), baksten, glas en hout, zeer doordacht en weloverwogen
aangebracht (hout voornamelijk in het interieur). Met behoud van hun
'individualiteit' vormen deze materialen in hun samenspel nochtans
een duidelijk harmonisch geheel.
Voorts
is binnenshuis gewoekerd met de ruimte, en wel zó praktisch en
tegelijk esthetisch, dat het mogelijk is gebleken, hier zowel het
architectenbureau als hert woonhuis in onder te brengen.
Dit
laatste kan bogen op een prachtig wijd uitzicht zowel in noordelijke
richting als oostwaarts. Voor een expositieruimte lijkt de lichtval
hier wel bijzonder gunstig.
Beneden
vindt men een ontvangstkamer, een spreekkamer en verder , tot het
bureau behorend, een afdeling met materiaalmonsters, een bibliotheek,
een afdeling boekhouding, een tekenkamer en, nog meer omlaag, de
kantine.