De
jaarringen van het hout uit een oude balk van het huis dat achter de
Domkerk staat hebben de bouwtijd onthuld. Dat is te lezen in een
artikel van Daan Schaars en Gabri van Tussenbroek in het
tijdschrift
van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het minsterie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De
voorgevel van het huis is aangebracht in 1776 in opdracht van
Dionisius Pauw, voormalig schepen van Batavia, die het pand na zijn
terugkeer naar Nederland kocht. Bij de verbouwing voegde Pauw twee
huizen tot één geheel samen. In 1867 werd het huis als koninklijk
postkantoor gebruikt en na 1924 deed het dienst als onderkomen van de
Coöperatieve Apothekers Groothandel en als Architectuurcentrum
Aorta.
Dat
er in het achterhuis middeleeuwse eiken kapspanten bewaard waren, was
in de jaren zestig van de twintigste eeuw al vastgesteld. Maar nooit
was duidelijk geworden hoe oud die constructie van het dak precies
was.
Door
het hout te onderzoeken kan worden vastgesteld wanneer de bomen zijn
gekapt en waar het bos stond. Analyse van de houtmonsters maakte
duidelijk dat het eikenhout van de spanten uit het westen van
Duitsland en uit de buurt van Zwolle kwam. De eiken zijn in 1389
omgehakt en dat betekent dat het huis in 1390 of 1391 moet zijn
gebouwd.
Achter
de hardstenen gevel uit 1776 blijkt dus een zogenoemd claustraal huis
te staan. Dat is een huis dat binnen een kerkelijke immuniteit in de
stad stond.
Binnen
dit afgebakende gebied woonden kanunniken. Deze vooraanstaande
geestelijken droegen zorg voor de kerk waartoe ze behoorden. De twee
huizen achter de Domkerk behoorden tot de immuniteit van Oudmunster,
met niet de Domkerk, maar de Salvatorkerk als middelpunt.
Uit
archiefbronnen blijkt dat er al rond 1350 een huis op deze plek
stond. De geestelijke Evert Foeck erfde het in 1383. Nadat Foeck tien
jaar deel van het Domkapittel had uitgemaakt was hij deken van het
kapittel van Oudmunster geworden. Hij had in Orléans gestudeerd,
waar hij een graad in wereldlijk recht had gehaald. En vermoedelijk
in Parijs had hij een kerkelijke rechtenstudie gedaan. Foeck moet als
een van de breedst en best opgeleide juristen in de Noordelijke
Nederlanden worden beschouwd.
Hij
adviseerde de graaf van Holland en was de hoogste rechter op het
gebied van kerkelijk recht in het bisdom Utrecht. Ook adviseerde hij
het Utrechtse stadsbestuur in tal van zaken en was hij de grote motor
achter ingrijpende verbouwingen aan de Salvatorkerk. Wellicht dat
deze werkzaamheden Foeck hebben geïnspireerd tot de verbouwing van
zijn eigen huis in 1390.