In 1970 werd de hoofdingang van de Jaarbeurs gesloopt. De vier kunstwerken van de Utrechtse kunstenaar Pieter d’Hont rond deze ingang werden van elkaar gescheiden. Een reliëf ging naar het depot van het Centraal Museum, de andere kunstwerken kwamen terecht in een aarden wal aan de Van Zijstweg. Twee beton reliëfs zijn ergens opgeslagen, de drie gevelstenen liggen er nog. GroenLinks vraagt het college om een terugkeer van deze vier kunstwerken naar de stad.
Volgens een groep Utrechters zouden de gevelstenen goed passen in de nieuwe kademuur bij de Mariaplaats, als de singel daar weer opgaat. Deze plek is erg geschikt omdat aan het SHV-gebouw daar ook kunstwerken van Pieter d’Hont vastzitten. Van de beton reliëfs is ook gesuggereerd ze bij TivoliVredenburg te plaatsen.
GroenLinks vraagt het college om de gevelstenen in te passen in de nieuwe kademuur bij de Mariaplaats. Ook vraagt GroenLinks om bij TivoliVredenburg na te vragen waarom zij terughoudend zijn over het plaatsen van de betonreliëfs. Tot slot stelt GroenLinks voor dat de wethouder met de Utrechters die de gemeente in april een brief hebben gestuurd over de plaatsing van deze beelden in gesprek te gaan om samen een juiste plek te bedenken voor de beelden van Pieter d’Hont.
