UTRECHT – De autocratische bestuursstijl van opeenvolgende raden van bestuur hebben voor de problemen gezorgd in het Diakonessenhuis. ‘Medisch specialisten hebben hieraan geen schuld’, stelt interim-bestuurder Van Alphen in het septembernummer van het vakblad Zorgvisie.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg kwam vorig jaar met een vernietigend rapport over de bedrijfscultuur in het Diakonessenhuis en stelde het ziekenhuis onder verscherpt toezicht. De inspectie had het over botte omgangsvormen tussen medisch specialisten onderling en tussen medisch specialisten en de verpleegkundigen. Ook was er volgens de inspectie sprake van een grote hiërarchische afstand tussen medisch specialisten en verpleegkundigen met als gevolg dat men elkaar niet aansprak op fouten. En de verhouding tussen de raad van bestuur en medisch specialisten was ook niet al te best.
Van Alphen vertelt in Zorgvisie dat hij een ‘verwaarloosde’ organisatie aantreft als hij in september 2014 aantreedt als interim-bestuurder. Volgens hem zijn echter de medisch specialisten niet de grote boosdoeners, zoals de inspectie stelt, maar heeft de autocratische bestuursstijl van de opeenvolgende raden van bestuur ertoe geleid dat er in het ziekenhuis sprake was van een ware angstcultuur. Als voorbeeld noemt hij dat zo’n veertig mensen in het ziekenhuis door coaches worden begeleid omdat ze persoonlijk zijn beschadigd.
Van Alphen is dan ook enkele weken na zijn aantreden als interim-bestuurder naar de raad van toezicht gestapt met de boodschap dat hij zo niet verder kon. Hierop werd bestuursvoorzitter Florijn in november 2014 ontslagen. Zijn mede-bestuurder Hustinx zou enkele maanden later zelf ontslag nemen.
Tot teleurstelling van Van Alphen heeft de inspectie onlangs het verscherpt toezicht voor het Diakonessenhuis met een half jaar verlengd. De inspectie geeft hiermee een verkeerd signaal af, vindt hij. Volgens hem is het ziekenhuis op de goede weg en moeten alleen nog wat onderdelen verder verbeterd worden. Verlenging van het verscherpt toezicht was daarom niet nodig.
Bron: deStadUtrecht.nl
