Gemeente Utrecht reageert op rapport Zandpad

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Woensdagmiddag zijn de resultaten van het onderzoek naar de effecten van de sluiting van de prostitutieramen op het leven van de sekswerkers gepresenteerd in het rapport van het Utrechtse Centre for Information & Research on Organised Crime (Ciroc). In een eerste reactie hierop belicht de gemeente haar rol in de Zandpadproblematiek.

Het Ciroc stelt in haar rapport dat de sluiting van de seksboten aan het Zandpad in 2013 – door de gemeente vanwege onder meer mensenhandel – de sekswerkers niets goeds heeft gebracht. Uit het nieuwste onderzoek onder leiding van hoogleraar criminologie Dina Siegel blijkt dat de sluiting van het Zandpad niet heeft bijgedragen aan het welzijn van de sekswerkers. Voor dit rapport hebben de onderzoekers 30 van de ruim 300 sekswerkers, 12 klanten en andere betrokkenen gesproken.

Slachtoffers

“Honderden sekswerkers, die niets met de mensenhandelproblematiek te maken hebben gehad zijn slachtoffer geworden van ondoordachte en overhaaste beleidsbeslissingen van de gemeente Utrecht om het Zandpad te sluiten”, aldus de onderzoekers. Door de sluiting moesten veel vrouwen uitwijken naar plekken waar de gemeente geen zicht op heeft: bijvoorbeeld thuis, hotels, privĂ©huizen en de straat. Door deze verplaatsing verliezen verschillende vrouwen hun vaste klanten. Daarnaast zou er te beperkt contact zijn tussen de vrouwen en hulpverleners en hebben de hulpverleners te weinig kennis over de mobiliteit, huidige werkplaats en situatie van de sekswerkers. Ook biedt de gemeente geen goede alternatieve werkplek voor de vrouwen van het Zandpad.

Overige partijen

In een eerste reactie op het rapport spreekt de gemeente Utrecht haar waardering uit voor alle onderzoeken en analyses die helpen bij het vormgeven van de zone van raamprostitutie aan het Nieuwe Zandpad. Zij zegt het rapport zorgvuldig te gaan bestuderen. De gemeente wijst evenwel op de rol die zij heeft: het zorgen dat de sekswerkers veilig en zonder dwang kunnen werken. Genoemd wordt de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) waarin een vergunningstelsel is opgenomen; een set waarborgen voor het runnen van een prostitutiebedrijf, ter bescherming van de sekswerkers.

In de raamprostitutie spelen, aldus de gemeente, de exploitanten van prostitutiebedrijven een cruciale rol. Zij hebben op grond van hun vergunning de verplichting om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van mensenhandel en het scheppen van een veilige werkomgeving voor de sekswerkers (en tegelijkertijd een positieve uitstraling rond hun bedrijf). Sekswerkers, bezoekers en omwonenden verwachten dat ook van een bedrijf dat werkt in een vergunde sector. De exploitanten voldeden niet aan deze voorwaarden, heeft de gemeente vastgesteld.

Misstanden

Uit bestuurlijke rapportages blijkt zonder meer dat er bij de exploitanten sprake was van misstanden. Rechters hebben op diverse momenten uitgesproken dat de vergunningen terecht zijn ingetrokken. Van de overheid kan niet anders worden verlangd dan dat zij ingrijpt als blijkt dat een vergunning wordt afgegeven aan een bedrijf waar misstanden zijn. De gemeente betreurt het dat alle vrouwen die zelfstandig op het Zandpad werkten als gevolg van de sluiting hun werk kwijtraakten, omdat de exploitanten niet zorgden voor goed toezicht en beheer. Niet ingrijpen had betekend dat de gemeente oogluikend mensenhandel toestaat in een legale, vergunde sector. De gemeente sluit af met de mededeling dat Utrecht zich blijft inzetten  voor de werkzaamheden van sekswerkers in de raamprostitutie met de komst van het Nieuwe Zandpad.

Cookieinstellingen