‘De heilige Sint-Maarten helpt alleen als de hele stadsbevolking meehelpt’

Foto: Amsterdam University Press

Tot 11 augustus is in de Domkerk de tentoonstelling ‘De gelukkige stad‘ te zien. Deze tentoonstelling omlijst het festival ‘Het wonder van Sint-Maarten – de gelukkige stad’, georganiseerd vanuit de Universiteit Utrecht ter gelegenheid van de 900ste stadsverjaardag van Utrecht. En bij de tentoonstelling verschijnt het boek ‘Het wonder van Sint-Maarten. Utrecht een gelukkige stad’, onder redactie van Els Rose, hoogleraar Middeleeuws Latijn aan de Universiteit Utrecht.

Rose vertelt dat ze in 2017 is begonnen met een onderzoeksproject waarbij ze kijkt naar hoe er in de voege Middeleeuwen werd gesproken over burgerschap. ‘Terwijl er in die tijd eigenlijk geen burgers meer bestonden. Het Romeinse rijk was in elkaar gestort en de steden, met burgers, zouden pas in de late Middeleeuwen ontstaan. We zoeken dus naar sporen van burgerschap in een tijd dat de burger, als juridisch figuur, niet meer bestaat. Maar cultureel en religieus gezien bestaat de burger nog wel. Om volledig lid te kunnen zijn van de Middeleeuwse burgergemeenschap moet je christen zijn. Religie is een in- en uitsluitende factor.’
Rose was nog maar net begonnen met haar onderzoek naar Middeleeuws burgerschap toen de stad Utrecht kwam met de oproep om plannen in te dienen voor de viering van 900 jaar stadsrechten. ‘Daar moest ik natuurlijk wat mee. Ik was afgestudeerd op Sint-Maarten en met mijn studenten waren we op dat moment de tekst aan het lezen van de Utrechtse bisschop Radboud. Deze schreef in de vroege 10e eeuw het ‘Wonderverhaal van Sint-Maarten’. Dat verhaal gaat over de Vikingen die de Franse stad Tours aanvielen en hoe de relieken van Sint-Maarten de stad redden. De soldaten staan machteloos op de muren. De burgers van de stad spreken een gebed uit bij het graf van Sint-Maarten en dragen het kistje met de relieken van Sint-Maarten naar de muur van de stad. De Vikingen raken daardoor in paniek en vluchten.’
Het is volgens Rose een fantastisch verhaal. ‘De heilige Sint-Maarten helpt alleen als de hele stadsbevolking meehelpt. Een verhaal over inclusie. En Radboud heeft het verhaal ook op muziek gezet. Deze muziek is tijdens het Sint-Maarten zomerfeest op 4 juli in de Domkerk uitgevoerd.’
In het boek Het wonder van Sint-Maarten wordt het ‘Wonderverhaal van Sint-Maarten’ van Radboud verteld en toegelicht. Rose: ‘Daardoor kom je echt iets over de Middeleeuwse wereld te weten. Hoe volgens Radboud de burgers de gestorven heilige met hun verering tot een levende herinnering weten te maken. Want Utrecht heeft pas in de 12e eeuw relieken verkregen van Sint-Maarten. Voor Radboud waren het vertellen van het verhaal van Sint-Maarten en het uitvoeren van de muziek een manier om de heilige tot een levend figuur te maken.’
Maar ook aan de muziek van Radboud wordt in het boek uitgebreid aandacht besteed, vertelt Rose. ‘We wisten dat het Gregoriaans Koor in Utrecht de muziek van Radboud al een keer integraal had gezongen. Een promovendus, Leo Lousberg, heeft de muziek opnieuw bestudeerd en opnieuw geïnterpreteerd. Want het notenschrift uit die tijd geeft wel de toonhoogte weer maar bevat weinig ritmische informatie. Bij deze nieuwe interpretatie is de muziek niet zo harmonisch en gepolijst als de de interpretatie uit de negentiende eeuw. De muziek is meer tekstgestuurd. En dat is ook logisch want waarom zingen monniken? Om zich verstaanbaar te maken. Er waren nog geen microfoons. En als er spannende en onverwachte dingen gebeuren in de tekst, dan hoor je dat terug in de muziek. De muziek wordt nu, volgens deze nieuwe inzichten, ten gehore gebracht op de tentoonstelling De gezonde stad in het Centraal Museum, waar ook het originele manuscript is te zien.’
Door de Reformatie verdwijnt het feest van Sint Maarten van de kalender. Al blijven de kinderen wel langs de deuren gaan. Rose: ‘Sinds 2011 is het feest echter weer helemaal terug met de jaarlijkse Parade. En in het boek staan interviews met deelnemers aan de Parade waarin ze wordt gevraagd wat Sint Maarten voor hen en voor Utrecht betekent. Het blijkt dat Sint-Maarten niet alleen met de kerk te maken heeft. Sint-Maarten is Utrecht en andersom. Wij horen bij elkaar en dit bindt ons. En de manteldeling spreekt mensen aan. Het is een heel voorstelbare boodschap. Je deelt.’

Cookieinstellingen