Utrecht 60 jaar terug: een openluchtschool in Lunetten

Foto: UN juli 1962

Utrecht zal een openbare openluchtschool krijgen in het uitbreidingsplan Lunetten. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 10 juli 1962. Van een aan te leggen park of plantsoen kan een gedeelte ter grootte van 1,5 à 2 ha voor dit doel worden gereserveerd.

B. en W. zijn uitgegaan van de mogelijkheid tot stichting van een gebouwencomplex, bestaande uit drie eenheden, elk voor circa 60 leerlingen. Indien in de toekomst van r.-k. en prot.chr.-zijde het initiatief zal worden genomen voor de stichting van bijzondere openluchtscholen, zal voor elke richting een min of meer zelfstandige unit beschikbaar kunnen komen.
Er bestaan op dat moment reeds openluchtscholen in Den Haag (sedert 1908), Amsterdam, Haren, Haarlem, Leiden, Rotterdam en Tilburg. B. en W. achtten het gewenst dat aanwijzing van kinderen voor deze school geschiedt door de schoolarts in samenwerking met de huisarts en met het hoofd van de school.
Vroeger waren het vooral kinderen die voor herstel na een t.b.c.-infectie of ‘contactkinderen’ uit tuberculeuze gezinnen of andere ziekelijke kinderen die een periode op een openluchtschool moesten doormaken. In 1962 zijn het meer kinderen die lichamelijk ziek zijn of ernstig bedreigd worden door psychische overbelasting van allerlei aard.
Het is volgens een brief van B. en W. medisch verantwoord om de de volgende indicatielijst te gebruiken: kinderen met algemene lichamelijke zwakte, constitutioneel bepaald, waarbij psychische factoren al of niet belastend kunnen zijn; met algemene lichamelijke zwakte, na ziekten of operaties of gepaard gaande met andere afwijkingen; met bloedarmoede; met recidiverende bronchitis of astma; die een nakuur voor t.b.c. moeten doormaken.
Op grond van elders opgedane ervaringen kan volgens B. en W. worden aangenomen dat uit onderwijskundig oogpunt bezien op een openluchtschool goede resultaten verkregen worden.
Verwacht wordt dat in Utrecht 50 à 60 kinderen voor plaatsing op een openbare openluchtschool in aanmerking zullen komen. Op het ontvangen van rijksbijdragen kan worden gerekend.
De hoofdinspecteur van het buitengewoon lager onderwijs kan zich met de terreinkeus in het ontwerpuitbreidingsplan Lunetten verenigen. Wanneer Gedeputeerde Staten , na de gemeenteraad, het plan goedkeuren zal de minister van O.K. en W. worden verzocht zijn medewerking te verlenen bij de totstandkoming van het gebouw.

Cookieinstellingen