Diakonessenhuis biedt nieuwe pacemakertechniek

Foto: Gerd Altmann via pixabay

Het Diakonessenhuis biedt als eerste ziekenhuis in de regio een nieuwe pacemakertechniek. Bij deze techniek lopen patiënten minder risico op hartfalen na het plaatsen van een pacemaker.

De ‘normale’ pacemaker is prima, maar heeft als nadeel dat de pompfunctie van het hart na verloop van tijd achteruit kan gaan, aldus cardioloog Ad Oomen van het Diakonessenhuis. Bij de nieuwe techniek is dat risico er niet. Daarnaast kunnen met de nieuwe techniek in sommige gevallen ook patiënten behandeld worden die aan hartfalen lijden (een verminderde pompfunctie van het hart). Deze patiënten moesten tot nu toe voor een speciale pacemaker naar een ander ziekenhuis en kunnen nu ook bij het Diakonessenhuis terecht.
In het Diakonessenhuis zijn drie cardiologen gespecialiseerd in het plaatsen van een pacemaker. Van hen is er één geschoold in de nieuwe techniek. Dit betekent dat het ziekenhuis voorlopig ook de ‘normale’ pacemakertechniek blijft aanbieden. Per patiënt wordt bekeken welke techniek de voorkeur heeft. Patiënten die het meest gebaat zijn met de nieuwe techniek worden daarmee behandeld. Over het algemeen zullen dat patiënten zijn bij wie de pacemaker het hart vaak zal moeten stimuleren.
Als het hartritme van iemand te langzaam is, kan een pacemaker een oplossing bieden. Een pacemaker is een klein, elektronisch apparaatje dat onder de huid wordt geplaatst. Zodra de hartslag te traag wordt, geeft de pacemaker stroompjes af om het hart snel genoeg te laten pompen. Het apparaatje is met draadjes aan het hart verbonden. Bij de nieuwe techniek wordt een van de draadjes dieper in het hart geplaatst. Door het hart op deze plek te stimuleren, zorgt dit voor eenzelfde aansturing van het hart als bij een natuurlijke hartslag.

Cookieinstellingen