Vorige week werd bekend dat in het Amsterdams stadsarchief lijsten zijn gevonden met namen van sollicitanten die tussen 1950 en 1958 zijn afgewezen als ambtenaar bij de gemeente Amsterdam op grond van hun, al dan niet vermeende, homoseksualiteit. De fracties van D66, GroenLinks, PvdD, PvdA, VVD, CU, Student & Starter en Stadsbelang Utrecht vragen het Utrechts college of iets dergelijks zich ook heeft voorgedaan in Utrecht.
De partijen willen van het college weten of de gemeente Utrecht in het verleden een Beoordelingscommissie Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel had of een ander orgaan dat onderzoek deed naar de achtergrond van mensen die bij de gemeente wilden werken. Ook willen de partijen weten of er bij de gemeente Utrecht ook dit soort lijsten bestonden en of dit soort beleid gebruikelijk was.
Het COC Midden Nederland heeft inmiddels ook een verzoek gestuurd aan de colleges van Amersfoort en Utrecht om onderzoek te doen naar het bestaan van ‘homolijsten’. De partijen willen van het college weten of het bereid is om historisch onderzoek te laten verrichten aar de manier waarop in de jaren ’50 door de gemeente Utrecht met homoseksuele ambtenaren werd omgegaan en naar het bestaan van dergelijke ‘homolijsten’.
