De bewegingsarmoede onder jeugd in cijfers

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Vandaag wordt in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht de eerste Nederlandse Physical Activity Report Card For Children & Youth uitgebracht. Dit ‘schoolrapport’ geeft de landelijke prestaties van het beweeg- en zitgedrag van de jeugd weer. Dit meldt Scientias.nl na inzage van het rapport en een gesprek met de schrijver, inspanningsfysioloog Tim Takken.

Twee jaar terug werd op een congres in Toronto het initiatief gelanceerd voor een internationaal beweegrapport. Een totaal van veertig landen zal de komende tijd hun beweegrapport bekend maken. Het rapport geeft cijfers voor vijf ‘vakken’: algemene lichamelijke activiteit, georganiseerd sporten, actief spelen, actief transport en sedentair gedrag. De figuur laat de cijfers van het beweegrapport zien, de tabel geeft de belangrijkste resultaten. Naar internationaal gebruik lopen de cijfers van E (laagste) tot A (hoogste).

Beweegrapport Nederland

Tim Takken trekt namens Nederland de kar. Met een groep van zo’n twintig experts op het gebied van bewegen bij kinderen, kostte het iets meer dan een jaar om de wirwar van Nederlandse data te vertalen in één overzichtelijk rapport dat eenvoudig naast die van een ander land gelegd kan worden. En hoe scoort de Nederlandse jeugd?

DE BELANGRIJKSTE RESULTATEN (VOOR 2014)

  • 28% van de 12-17 jarigen haalt de Nederlandse Beweegnorm; 32% van de jongens en 24% van de meisjes.
  • 24% van kinderen uit de stad voldoet aan de Beweegnorm; voor niet-stedelijke gebieden is dit 31%.
  • 71% van de 12-17 jarigen sport minimaal één keer per week; 55% van de allochtone jeugd en 77% van de autochtone kinderen.
  • 73% van de 4-11 jarigen speelt na schooltijd wekelijks minimaal één keer buiten.
  • 80% van de 12-17 jarigen gaat minimaal 3 keer per week op de fiets naar school of werk.
  • 63% van de 4-11 jarige kinderen kijkt minder dan 2 uur per dag televisie of zit minder dan 2 uur per dag achter de computer.
  • Tijdens een doordeweekse schooldag zit een 4-11 jarig kind gemiddeld 7.5 uur per dag; een 12-17 jarig kind zit 9.9 uur.

Vooral voor algemene lichamelijke activiteit scoort de Nederlandse jeugd ondermaats, met een D tot gevolg. In de andere categorieën gaat het iets beter maar er is maar één vak waar de jongeren met vlag en wimpel slagen en dat is voor actief transport. Want Nederland is een fietsland en de meeste kinderen gaan op de fiets naar school.

Geeft het beweegrapport de reële situatie weer? Waarschijnlijk vallen een aantal resultaten nog positief uit omdat ze voortkomen uit vragenlijsten en peilingen die vaak sociaal wenselijk worden ingevuld. Terwijl fitnessfreaks en topsporters tot op de minuut bijhouden hoeveel ze sporten, zal een middelbare scholier hier een stuk minder nauwkeurig van op de hoogte zijn. Takken beaamt deze tekortkoming maar hij moet het er mee doen. “In Canada zijn onderzoeken gaande waarbij kinderen een versnellingsmetertje, die hun activiteiten en bewegingen registreert, om hebben. Dan krijg je als onderzoeker écht een goed beeld. Dit soort onderzoeken doen we helaas niet in Nederland.”

Gevolgen
De gevolgen van de beweegarmoede onder de jeugd zijn nu al volop zichtbaar, zegt Takken. En daarbij doelt hij niet zozeer op de steeds verder uitdijende jeugd.

Jongvolwassenen halen de functietesten van de politie en brandweer niet en Defensie heeft moeite om fitte mensen aan te nemen.

Als je een straaljagerpiloot bent, heb je spierkracht nodig om een snelle bocht door te komen. Als je vliegtuig neerstort omdat je te slap bent, dan is je baas daar niet blij mee. Toch een duur ding, zo’n JSF.”

Adviezen
Takken pleit ervoor om kinderen meer te betrekken bij de aanleg van speeltuinen. Deze worden vaak niet gebruikt omdat ze worden aangelegd vanuit het perspectief van volwassenen.  Verder moet ons paradepaardje, de fiets, worden gekoesterd. Takken: “Vooral de middelbare scholieren moeten blijven fietsen want na de lagere school stoppen veel kinderen met georganiseerd sporten. Een minimumleeftijd voor de e-bike zou goed zijn en laten we de scholieren in ieder geval geen OV-kaart geven.”

Wat doet overheid?
Voor het beweegrapport keken Takken en zijn collega’s ook naar de inspanningen van de overheid om sport en bewegen bij kinderen te bevorderen. De overheid maakt beleid en trekt vervolgens geld uit voor allerlei projectjes. Maar of het effectief is, daar wordt niet naar gekeken. Takken zal de mogelijkheid niet onbenut laten om zijn boodschap over te brengen wanneer hij het beweegrapport vandaag officieel overhandigt aan een afgevaardigde van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wat het oplevert, dat weten we misschien over twee jaar. Dan verschijnt het namelijk het volgende beweegrapport.

Bron: Scientias.nl

Cookieinstellingen