Drie redenen
‘De eerste reden is de ingebakken neiging bij politici, beleidsmakers, adviseurs en bestuurders van organisaties om ‘mee te willen denken met veranderingen’. Als de omslag van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving, de verschuiving van betaalde naar onbetaalde hulp eenmaal benoemd is tot een trend of een maatschappelijke ontwikkeling, dan is het adjectief ‘onvermijdelijk’ dichtbij. (…)
De tweede reden is dat professionals die zich kritisch uitlaten over de participatiemaatschappij het risico lopen hun baan kwijt te raken. De kritische geluiden die wij opvingen, kwamen niet toevallig bijna allemaal van oudere hulpverleners, die zich deze houding konden permitteren. (…)
De derde reden is dat sociale professionals – maatschappelijk werkers en andere hulpverleners – zo veel van hun werk houden dat velen van hen ertoe bereid zijn het onbetaald te blijven doen. Onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau liet zien dat ruim veertig procent van de zorgvrijwilligers ooit werkzaam was in de zorg- en welzijnssector.
Deprofessionalisering
Trappenburg betoogt dat deze houding rechtstreeks naar een deprofessionalisering van het vak leidt. Als hulpverlening niet langer een betaalde baan is waar de overheid belastinggeld voor uittrekt, dan wordt het een activiteit die allerlei mensen op allerlei momenten op zich moeten of willen nemen. Mantelzorgers, buddy’s, ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, gepensioneerde hulpverleners en… ontslagen hulpverleners op zoek naar een werkervaringsplaats. Om deze beweging te keren pleit zij voor fora en andere podia waarop de maatschappelijke hulpverleners hun zorgen zichtbaar kunnen maken.