UTRECHT – De problemen met het treinverkeer op de hogesnelheidslijn moeten door de NS worden aangepakt, anders wordt het tracé opengesteld voor andere spoorbedrijven. Dat zegt staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur zaterdag in een interview met De Telegraaf.
De Nederlandse Spoorwegen krijgen nog even de tijd om hun zaakjes, na het Fyra-debacle, op orde te krijgen. “Aan de ene kant wil je de mooiste lijn van ons land niet opeens weggeven aan een concurrent van de NS”, zegt Dijksma in de krant. “Andersom is het natuurlijk wel zo dat als er niet geleverd wordt, we niet met elkaar eindeloos blijven soebatten over de vraag waarom niet. Het moet door de NS opgelost worden, desnoods door samen te werken met een concurrent”, aldus de staatssecretaris.
HSL tot dusverre
De eerste pogingen om de nationale hogesnelheidsambities vorm te geven dateren uit 2000 met de aanleg van de spoorbaan van Schiphol via Rotterdam naar de Belgische grens. Het budget werd met 3 miljard overschreden, onder meer door de tunnel onder het Groene Hart. De Franse Thalys is nu de enige trein die op de HSL-Zuid tussen Rotterdam en Schiphol de maximumsnelheid van 300 kilometer per uur bereikt. December 2016 gaat ook het Britse Eurostar over de HSL-Zuid rijden op het traject Londen-Brussel-Rotterdam-Amsterdam. In Utrecht rijden geen hogesnelheidslijnen. Er was een plan voor de HSL-Oost, een verbinding tussen Amsterdam, via Utrecht naar de Duitse grens, maar die werd in 2001 afgeblazen. De HSL-Zuid van Schiphol naar België kwam in problemen doordat de treinen niet bleken te functioneren.
Regionale spoortrajecten?
Ook achter het meedingen van de NS op het rijden op allerlei regionale spoortrajecten zet de staatssecretaris vraagtekens. “De kamer vraagt zich terecht af waarom de NS nou voortdurend moet meedingen naar al die regionale spoortrajecten. Zou men zich niet beter op het hoofdrailnet kunnen concentreren? En daar ben ik het mee eens.”
