Waarin verschilt Overvecht van Molenbeek?

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Hoewel de verschillen tussen de Belgische ‘jihad-hoofdstad’ Molenbeek en de Utrechtse wijk Overvecht groot zijn, bestaan er ook overeenkomsten. Hoe radicaal is Overvecht? AD.nl laten terrorisme-expert Beatrice de Graaf en criminoloog Eric Bervoets aan het woord.

De wijk kwam er mee in het nieuws. Overvechter Zaid K. vertrok in september vorig jaar naar Syrië, sloot zich bij IS en kwam daar om het leven. Zijn paspoort werd begin 2015 gevonden in de Belgische plaats Verviers toen Belgische anti-terreureenheden een aanslag konden voorkomen en daarbij twee mannen doodschoten. Hoofdrolspeler achter die mislukte aanslag was Abdelhamid Abaaoud, Belgisch meest gezochte terrorist. Hij ontsnapte destijds aan de politie en wordt nu gezien als het brein achter de aanslagen in Parijs.

De vondst van het paspoort van Zaid K. leidde tot een inval door de politie in het ouderlijk huis van K. in Overvecht. Daarbij werden een laptop, telefoons en papieren in beslag genomen. De schok was groot. Zaid kwam juist uit een modelgezin; zijn ouders bestieren een bloemenwinkel en een pizzarestaurant. Toch lijkt Overvecht niet op de Franse voorsteden of het Belgische Molenbeek, waar de aanslagen met gejuich zijn ontvangen en waar wordt neergekeken op de westerse wereld en haar cultuur.

Gunstige voorwaarden

“De voorwaarden zijn hier in Nederland een stuk gunstiger,” zegt Beatrice de Graaf. De terrorisme-expert is van mening dat het Nederlandse systeem zijn vruchten afwerpt. “In Nederland hebben jongerenwerkers veel contact in de wijken. Ze zitten tot in de haarvaten van de wijk. Van een actieplan zoals de gemeente Utrecht dat presenteerde om radicalisering te voorkomen, kunnen ze in de Franse banlieues of in Molenbeek slechts dromen. Daar is van een plan om jongeren weer op het rechte pad te krijgen geen sprake. Wat dat betreft zijn we in Nederland goed bezig.”

Daarmee wil De Graaf niet zeggen dat er in Nederland geen aanslagen gepleegd kunnen worden. “Het kan ook hier gebeuren, ook in Utrecht, maar het verschil zit in de schaal. De Franse voorsteden zijn minstens tien keer zo groot als Overvecht en ook Molenbeek is een stukje groter. Daardoor zijn er daar relatief meer radicale jongeren die een aanslag willen plegen. Er is letterlijk meer voedingsbodem voor zulke radicale ideeën.”

Jeugdbendes

Criminoloog Eric Bervoets deed onderzoek naar (Marokkaanse) criminele jeugdbendes en ook hij prijst de Nederlandse aanpak. “Het klinkt misschien een beetje suf, maar we hebben veel te danken aan onze jongerenwerkers en de wijkagent. Zij hebben samen met tal van sociale organisaties goede contacten in buurten zoals Overvecht. Daardoor weten zij al snel of iemand de verkeerde kant op gaat. De meeste jongeren blijven zo op de radar.”

“Bovendien”, zo stelt Bervoets, zijn de voorsteden van Parijs no-go-areas voor de politie en journalisten. “De orde handhaven zit er daar echt niet meer in, de politie durft daar simpelweg de wijk niet in. Ook voor journalisten is het lastig om daar te werken. Zo is het heel moeilijk om erachter te komen wat er daar precies speelt.” De Graaf sluit zich daarbij aan. “Het immigratiebeleid in België was jarenlang ook niet heel sterk. Als vluchteling kreeg je een pak geld mee en daar bleef het vervolgens bij. Mensen leerden de taal niet, leefden eigenlijk in hun eigen wereld en werden daardoor niet opgenomen in de samenleving.”

Volgens De Graaf is juist dat een belangrijk aspect in het bestrijden van radicalisering. “Uit tal van onderzoeken blijkt dat de meeste Syriëgangers zijn tegengehouden doordat bezorgde moeders belden naar hulp- en tiplijnen. Maar dat heeft natuurlijk alleen maar zin als je het gevoel hebt dat je meetelt. En in Utrecht hebben de meeste islamitische mensen dat gelukkig wel.” Toch kan het gebeuren dat er jongeren zoals Zaid K. radicaliseren en vertrekken om zich aan te sluiten bij IS. “Ja, er zijn in onze buurten en wijken mensen die daaraan denken, maar het zijn er slechts enkelen,” zegt Bervoets.

Begin van terrorisme

De Graaf: “Het is iets minder massaal. Maar er is wel een voedingsbodem. Dat de westerse coalitie bommen gooit op islamitische landen is voor jonge moslims vaak onverteerbaar. Ze hebben misschien wel begrip voor de aanslagplegers. Daarmee ben je geen terrorist, maar begrip is altijd het beginpunt voor een terrorist.”

 

Cookieinstellingen