UTRECHT – D66 heeft begrip voor de aanpassing van gemeentelijke plannen van Leidsche Rijn Centrum. PvdA in het geheel niet. Waar de een juist beweert dat er goed wordt geluisterd naar de bewoners, zegt de ander dat dat helemaal niet het geval is.
D66 steunt het besluit van het college om ruimte te maken voor een foodmarkt in Leidsche Rijn Centrum. De plannen voor een groot warenhuis én een buurtwinkelcentrum zijn hiermee van de baan. Leidsche Rijn krijgt zo toch het stadsplein dat het verdient. Het college heeft besloten het buurtwinkelcentrum ten zuiden van het Leidsche Rijn Centrum te schrappen. In plaats daarvan komt in Leidsche Rijn Centrum nu een grote Foodmarkt. D66-Raadslid Lars Roodenburg: “Het getuigt van realiteitszin bij het college. ASR/Vesteda heeft het grote warenhuis voor het nieuwe centrum niet gevonden. In deze markt is dat ook begrijpelijk. Maar om het centrum wel een goede kans te geven, staan wij achter de wijziging. Een grote foodmarkt als trekker en minder detailhandel, twee vliegen in een klap.”
Gezellig stadsplein
Het gemeentebestuur luistert goed naar de wensen van de Utrechters en de markt. Zij vonden het geplande winkelcentrum veel te groot. Er was eerst een groot warenhuis gepland, maar dat plan bleek niet haalbaar. In plaats daarvan komt de Foodmarkt. Lars Roodenburg: “Als de gemeente vast zou houden aan de oude plannen, zou het Brusselplein een groot gat vertonen omdat de plek van het warenhuis leeg zou blijven. Met de komst van de foodmarkt wordt het Brusselplein één geheel. Samen met de geplande horeca, winkels en de bieb kan het een gezellig stadsplein worden! Daarnaast zorgt de komst van de foodmarkt er hopelijk voor dat andere ondernemers ook de stap naar het Leidsche Rijn Centrum gaan wagen. Het is goed dat de gemeente bereid is de oude plannen bij te stellen om Leidsche Rijn Centrum te versterken.”
Gevolgen voor kleine ondernemers
De PvdA zegt echter nee tegen gewijzigde plannen Leidsche Rijn Centrum. De Partij van de Arbeid vindt dat deze nieuwe plannen juist onvoldoende aansluiten bij de wensen van de bewoners en ondernemers van Leidsche Rijn. Ze zijn bovendien in strijd met eerdere afspraken en beloften, aldus PvdA-raadslid Gadiza Bouazani. “De bewoners van Leidsche Rijn hebben duidelijk aangegeven dat zij een levendig en gevarieerd centrum willen met goede maatschappelijke en culturele voorzieningen. En alhoewel ik begrijp dat de marktomstandigheden, zoals het koopgedrag van consumenten, de afgelopen jaren zijn veranderd, een kolossale Jumbo Foodmarkt komt niet overeen met de wens voor een gevarieerd centrum. De PvdA-fractie vindt dan ook dat het college hiermee de beloften aan de bewoners links laat liggen.”
Foodmarket
Het college denkt in de Jumbo een trekker te hebben gevonden voor Leidsche Rijn Centrum. Na onder andere een bezoek aan de Jumbo Foodmarket in Breda en gesprekken met bewoners uit Leidsche Rijn, wordt dat zeer betwijfeld. Bewoners geven aan behoefte te hebben aan onder andere horeca, speciaalzaken, culturele voorzieningen en detailhandel als schoenen- en kledingwinkels. Ondernemers hebben in het stadsdeel geïnvesteerd, mede op basis van de oude plannen voor Leidsche Rijn Centrum. Wij delen de zorgen van de ondernemers dat de komst van de Jumbo Foodmarket gevolgen kan hebben voor kleine winkeliers als de slager en de bakker in de omliggende winkelcentra.
Maatschappelijke en culturele voorzieningen
De PvdA-fractie staat nog steeds vierkant achter het investeren in maatschappelijke en culturele voorzieningen in Leidsche Rijn. Bouazani zegt zich in de raad te blijven inzetten voor de komsts van een culturele voorziening alsmede een gezondheidscentrum in Leidsche Rijn Centrum. Daar waar bewoners en ondernemers eerder gevraagd is mee te denken over hun ‘huiskamer’, is er bij de gewijzigde plannen die vandaag zijn gepresenteerd sprake geweest van een gesloten bestuur. “De PvdA heeft in de gemeenteraad herhaaldelijk aangegeven dat bewoners en ondernemers bij deze cruciale wijziging moesten worden betrokken. Wij vonden hiervoor, tot onze teleurstelling, geen steun bij het college en de coalitiepartijen.”
