‘We zijn broers maar op de mat zijn we elkaars tegenstander en dan gaan we er niet voor 100 maar voor 110 procent in’

Foto: De Halter

De tweelingbroers Marcel en Tyrone Sterkenburg (21) willen als eerste Nederlanders op de Olympische Spelen in Parijs in 2024 een gouden medaille behalen bij het Grieks-Romeins worstelen. ‘Als ik naar Parijs ga, dan wil ik met een medaille terug komen, liefst goud.’

Marcel en Tyrone zitten al vanaf hun zesde jaar op boksen en judo. Bij de Voltreffer in Nieuwegein, vertelt Marcel. ‘We komen uit een sportieve familie. Onze vader is bokser en heeft ons gelijk op alle sporten gezet. De trainer Ben Stelte van De Halter zag ons hier een keer stoeien en vroeg of we niet een keer wilde meetrainen bij De Halter. Hij vond dat worstelen wel bij ons paste. We hebben toen een keer meegetraind en vonden het meteen superleuk. We konden toen kiezen tussen worstelen of boksen. Mijn vader vond worstelen beschaafder. Als we achttien waren mochten we eventueel doorgaan met boksen omdat dan onze hersenen volgroeid waren. Maar omdat we worstelen zo leuk vonden zijn we blijven worstelen.’

Twee stijlen
‘Als je begint met worstelen leer je alle twee de stijlen’, vertelt Tyrone. ‘Na een aantal jaren kun je je specialiseren in Grieks-Romeins worstelen of vrije stijl worstelen. Bij vrije stijl worstelen mag je ook de benen pakken en bij Grieks-Romeins worstelen alleen boven de gordel. Toen we twee jaar op worstelen zaten kwam er een Poolse trainer langs, Mariusz Gicewicz, die bij alle worstelclubs op zoek was naar jong talent om aan de Olympische Spelen mee te doen. Wij waren toen nog maar elf jaar maar mochten ons aansluiten bij de groep van 14+. Hij gaf alleen training in Grieks-Romeins worstelen. Wij waren getalenteerd in beide stijlen maar kozen daarom ook voor Grieks-Romeins worstelen.’
Marcel: ‘Grieks-Romeins worstelen is een van de oudste sporten van de Olympische Spelen.’
Tyrone: ‘Het is de moeder van alle vechtsporten. Tijdens een wedstrijd lever je een stevig gevecht maar je richt geen schade aan. Je probeert je tegenstander geen pijn te doen. Je probeert hem technisch en conditioneel uit te spelen en dat spreekt mij aan.’
Marcel: ‘Worstelen is een van de meest atletische, acrobatische en krachtigste sporten.’

Olympische Spelen
Tyrone en Marcel richten zich nu op de Olympische Spelen in Parijs in 2024.
Marcel: ‘We zullen de eerste jongens zijn die Nederland naar de Olympische Spelen stuurt sinds de afgelopen 10-15 jaar.’
Tyrone: ‘Er heeft nog wel een Nederlandse vrouw geworsteld op de Olympische Spelen. Maar de laatste medaille bij de junioren is van 43 jaar geleden en die werd gewonnen door Fons Jansen.’
Tyrone: ‘We zijn ons nu aan het voorbereiden op de olympische kwalificatie tijdens het WK in september. De top 5 wordt sowieso gekwalificeerd.’
Marcel: ‘Ik heb goud gewonnen bij de junioren en Tyrone zilver dus we zijn zeker kanshebbers.’

Trainen
Marcel en Tyrone trainen twee tot drie keer per dag, op zaterdag een keer en zondag hebben ze rust.
Marcel: ‘Om zes uur gaat de wekker af. Dan trekken we ons trainingspak aan en gaan een half uurtje hard lopen en strekken en rekken. Daarna douchen en ontbijten en vervolgens terug naar bed of naar school. Om 10.00 uur hebben we de tweede training. Een krachttraining en boksen met onze vader. Boksen is goed voor de hand-oog coördinatie en je handelingssnelheid. Naast worstelen en zwemmen fietsen we ook en lopen we hard. Een Amerikaanse studie heeft aangetoond dat hoe meer sporten je doet naast je focussport, hoe beter dat is voor de focussport. Om 12 uur zijn we terug en gaan we naar de Johan Cruijf Academy voor topsporters in Amsterdam. Daar studeren we commerciële economie.’
Tyrone: ‘Pa heeft altijd gezegd dat je naast je lichaam ook je hersenen moet trainen. Als we van school terugkomen dan gaan we een uurtje slapen en om zes uur hebben een training met onze Poolse trainer. We trainen dan technieken of oefenen met een partij worstelen. En een of twee keer per week hebben we ook een parcourstraining.’
Marcel: ‘De focus ligt op de training met Mariusz en alles eromheen is ondersteunend. Ook belangrijk is een goed aanvullend dieet. We eten zo’n 4 tot 6 duizend calorieën per dag.’

Gewichtsklasse
Toen Tyrone en Marcel begonnen met worstelen heeft hun vader hen meteen in een andere gewichtsklasse gezet. Hij wilde niet dat ze tegen elkaar moesten worstelen tijdens wedstrijden.
Tyrone: ‘Op een WK of EK kan een land maar een persoon per gewichtsklasse sturen. Ik zit in de zwaarste gewichtsklasse, tot 97 kilo, dus ik doe meer krachttraining met zwaardere gewichten en eet ook meer, tussen de 5 en 6 duizend calorieën en Marcel, die in de gewichtsklasse tot 87 kilo zit, 4 duizend calorieën.’
Tyrone: ‘Met het sparren is het gewichtsverschil niet echt lekker. Liefst worstel je met iemand in je eigen gewichtsklasse. Marcel maakt meer gebruik van zijn snelheid. De helft van het jaar trainen we in het buitenland met buitenlandse sparringpartners omdat er in Nederland weinig tegenstanders zijn van ons niveau.’
Marcel: ‘Tyrone is super tactisch en strategisch en wint met een of twee punten verschil terwijl ik creatief en aanvallender ben en ik win meestal met een groot verschil in punten.’
Tyrone: ‘Ik ben heel introvert en hij is heel extravert. We komen uit dezelfde omgeving en toch zijn we heel anders. Ik ga liever uit en heb liever geen vriendin en doe op zaterdagavond wat ik wil terwijl Marcel een vaste vriendin heeft, hij kiest meer voor vastigheid.’

Inspireren
Worstelen is nog niet heel groot in Nederland maar Tyrone en Marcel willen daar wel wat aan doen.
Marcel: ‘Toen Anton Geesink in 1964 tijdens de Olympische Spelen in Tokio een gouden medaille won met judo werd judo heel populair. Wij willen ervoor zorgen dat worstelen populair wordt onder de jonge generatie. Zo begeleiden we een jonge talentengroep, de young lions, om ze op een hoger niveau te krijgen. En we willen de jonge generatie inspireren door ze de kernwaarden van worstelen te leren zoals lef op de mat, moed en hard werken. Als je worstelt kom je er pas achter hoe weinig je weet van je lichaam. Je leert hoe je lenig wordt. Je wint aan kracht en verbetert je techniek.’
Tyrone en Marcel sparren veel met elkaar. Tyrone: ‘We zijn broers maar op de mat zijn we elkaars tegenstander en dan gaan we er niet voor 100 maar voor 110 procent in. En dan gaat het aardig gelijk op.’
Marcel: ‘We halen elkaar op. Tyrone is iets lastiger wat betreft discipline en ik haal hem daarbij op. Tyrone geeft weer rust en hij is technisch veel slimmer. We houden elkaar goed in balans.’

Medailles
Tyrone en Marcel gaan in 2024 naar Parijs om medailles te winnen. Tyrone: ‘Als ik naar Parijs ga, dan wil ik met een medaille terug komen, liefst goud.’
Marcel: ‘Met worstelen moet je leren omgaan met druk en spanning. Vroeger moest ik voor een toernooi vaak overgeven. Dikwijls kon ik ook niet eten. Nu kan ik beter omgaan met die spanning en zenuwen. Maar de spanning tijdens de Olympische Spelen is van een heel ander level.’
Tyrone: ‘Ik ben ook wel blij met die druk en die spanning. We hebben een broer die is gestopt met worstelen en die voelt die spanning niet meer. Het leven lijkt me dan wat monotoon. Terwijl wij nog een hoger doel in het leven hebben. Soms voelen we ons op de top van de wereld en als je verliest stort je hele wereld in.’
Tyrone wil tot slot nog een oproep doen voor sponsors. ‘We hopen op commerciële kansen voor de worstelsport. Want we hebben op dit moment nog geen sponsor.’

Cookieinstellingen