Het is dit jaar 60 jaar geleden dat Anton Geesink geschiedenis schreef door als eerste niet-Japanner het wereldkampioenschap judo te winnen in de zwaarste klasse. Ter ere van de Utrechtse judoka slaat de Koninklijke Nederlandse Munt een herdenkingsmunt. Het ontwerp van de munt werd vandaag onthuld door kleindochter Leonie Geesink bij het standbeeld van Anton Geesink in Utrecht. Het Anton Geesink Vijfje wordt geslagen in opdracht van het ministerie van Financiën.
Anton Geesink (1934-2010) werd geboren en getogen in Utrecht. Hij vergaarde wereldwijde roem door zijn winst op het wereldkampioenschap judo. Hierna won hij nog tweemaal de wereldtitel, eenentwintig keer het Europese kampioenschap én een gouden medaille tijdens de Olympische Spelen van 1964 in Tokio. Ook buiten de judomat maakte Geesink zich sterk voor zijn sport. Zo bedacht hij de contrasterende kleuren van de tegenstanders. Waar beide judoka’s eerst wit droegen tijdens wedstrijden, draagt tegenwoordig een van de twee een blauw pak. Hierdoor zijn de judowedstrijden een stuk beter te volgen door de scheidsrechter en het publiek. Na het winnen van zijn olympische titel opende Geesink een sportschool in zijn thuisstad Utrecht. De straat waarin de school staat, heet sindsdien de Anton Geesinkstraat. In de Utrechtse Wijk C, waar Geesink geboren is, is de judoka vereeuwigd als standbeeld. Bij dit standbeeld heeft kleindochter Leonie Geesink het ontwerp van de herdenkingsmunt vandaag onthuld.
Op de voorzijde van het Anton Geesink Vijfje staat Koning Willem-Alexander afgebeeld, mét baard. Zijn hoofd wordt omkranst door het symbool van de ‘Kodokan’, de eerste judoschool die in 1882 in Tokio werd opgericht. Op de keerzijde is Anton Geesink te zien tijdens zijn overwinning op de Olympische Spelen in Tokio van 1964. Met geconcentreerde blik houdt hij zijn tegenstander in de houdgreep. De cirkels symboliseren de twintig seconden waarin de houdgreep vastgehouden moet worden om de judowedstrijd te winnen. Daarnaast weergeven de cirkels een opkomende zon: Japan is het ‘Land van de Rijzende Zon’.
