UTRECHT – Staatssecretaris Dekker wil grote steden met 60 miljoen korten op geld dat bedoeld is voor peuters met een taalachterstand. Wethouder Kreijkamp heeft goede hoop dat deze bezuiniging door de Tweede Kamer deze week van tafel wordt geveegd. Dit meldt RTV Utrecht.
Dekker kwam afgelopen april met de mededeling dat de grote steden geld moesten inleveren. De staatssecretaris wil dat geven aan kleinere gemeenten. Volgens Dekker is in de grote steden minder geld nodig voor deze educatie, omdat steeds minder kinderen laagopgeleide ouders hebben. “Dit voorstel is een bom onder het onderwijsbeleid”, schrijven de vier grote steden in een brandbrief aan het kabinet. De wethouders vinden de redenatie van Dekker nergens op slaan.
“In Den Haag berekenen ze vanuit een excelsheet welke kinderen wat nodig hebben”, zegt Kreijkamp. “Wij hebben professionals in de stad, op de voorschool en bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Die weten welke kinderen wat wel en niet nodig hebben”, zegt de wethouder tegen RTV Utrecht.
Taalachterstand
Kreijkamp zegt dat de voorschoolse educatie hard nodig is. “We hebben helaas te maken met jonge kinderen die blijven zitten op de basisschool met een taalachterstand. En helaas kun je zo’n achterstand nooit meer inhalen.” Volgens hem is het daarom heel erg belangrijk dat peuters al extra taalonderwijs krijgen. “Ik vind dat je dat gewoon moet doorzetten.”
De Utrechtse wethouder vindt sowieso dat het klaar moet zijn met alle bezuinigingen op de grote steden. “We hebben al eerder te maken gehad met kortingen van staatssecretaris Kleinsma op de bijstand en een korting van 100 miljoen euro van minister Plasterk na zijn mislukte poging om het aantal gemeenten terug te brengen”, aldus Kreijkamp.
