Hoe computersimulaties kunnen helpen bij maken beleidskeuzes

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Over relatie tussen beleid en wetenschap en het maken van de juiste beleidskeuzes op basis van complexe computersimulaties. Milieuwetenschapper prof.dr. Detlef van Vuuren geeft aan de hand van het klimaatprobleem de mogelijkheden aan.

geo-uitgelicht-detlef-van-vuurenInternationaal is afgesproken dat het klimaat op aarde met maximaal twee graden mag stijgen. Volgens prof.dr. Detlef van Vuuren een enorme opgave, maar toekomstverkenningen laat zien dat het niet onmogelijk is. In zijn inaugurale rede zegt hij: “Ons CO2 budget is bijna op. Er zijn nog steeds paden die binnen het budget blijven, maar hiervoor zijn forse keuzes nodig.” De crux van wetenschappelijk onderzoek is normaal gesproken dat in een experiment alle omstandigheden gereguleerd zijn, behalve hetgeen je wilt onderzoeken. Precies dat is volgens milieuwetenschapper Detlef van Vuuren het probleem in onderzoek naar mondiale milieuproblemen: “We zijn niet in staat via experimenten achter de consequenties van beleidskeuzes te komen. We zullen daarom schattingen van de toekomst moeten maken, en modellen kunnen ons daarbij helpen.”

Langetermijnscenario’s

In het werk voor het VN Klimaatpanel (IPCC) gebruiken Van Vuuren en andere wetenschappers ook langetermijnscenario’s. Belangrijk is daarbij voldoende alle mogelijke keuzes in beeld te brengen, ondanks het feit dat je de werkelijkheid nooit helemaal kan simuleren. Het voordeel van computermodellen is dat je scenario’s kan simuleren die ‘wat als’ vragen beantwoorden. Wat als een bepaald beleid wel of niet wordt ingevoerd?” Van Vuuren gebruikte die ‘wat als’ simulaties om de haalbaarheid van de twee-gradengrens te testen. Voor wereldwijde temperatuurstijging van twee graden mogen nog zo’n duizend gigaton koolstofdioxide uitstoten. Het is bijzonder lastig daar nog binnen te blijven zoals zelfs relatief eenvoudige berekeningen kunnen laten zien.

Als we op hetzelfde stijgende tempo als nu koolstofdioxide blijven uitstoten, zitten we in het jaar 2100 op ruim vierduizend gigaton, en een temperatuurstijging van ruim vier graden. Blijven we evenveel uitstoten als we dit jaar doen, dan zitten we over ongeveer 25 jaar aan de duizend gigaton en de twee-gradengrens. Als we het lineair afbouwen tot een nul-emissie, dan hebben we nog zo’n 55 jaar maar is het wereldwijd noodzakelijk vanaf emissies terug te brengen. Het is mogelijk door opname van CO2 wat ruimte te creëren, maar ook dan is opgave nog immens.

Vergaand beleid op korte termijn

Van Vuuren besluit: “Vaak wordt voor de twee-gradengrens als vuistregel aangehouden dat in 2050 de koolstofdioxide-uitstoot met de helft verminderd moet zijn. Hiervoor is het belangrijk dat op korte termijn vergaand beleid wordt geformuleerd. Daarbij ontkomen we niet aan lastige keuzes rond de inzet van bio-energie, koolstof-afvang en -opslag en windenergie. Maar onze scenario’s blijkt dat de twee-gradengrens zo ontzettend krap is dat al snel veel verschillende maatregelen nodig zijn om het te halen.”

Cookieinstellingen